fbpx

Botulisme: sluipmoordenaar voor paarden

De veesector is sinds de schokkende tragedie in Wuustwezel wel op zijn hoede, daar stierven in 2018 bijna 200 koeien aan botulisme. Afgelopen jaar waren er in Baarn 6 zwanen die de gevolgen van botulisme niet hebben. Ook paarden zijn gevoelig voor deze microscopisch kleine vijand.

 

Hoewel het niet veel voorkomt, is botulisme een gevaarlijke ziekte voor paarden, die in Europa af en toe de kop op komt steken. Ook in Nederland is het al meerdere keren voorgekomen, met meestal fatale gevolgen. Botulisme wordt veroorzaakt door de bacterie Clostridium botulinum. Deze bacterie komt over de hele wereld voor in de bodem, maar ook in ander organisch materiaal. Botulisme zorgt voor verlamming van spieren en zenuwen. Hierdoor is één van de eerste klinische symptomen meestal een tong die buiten de mond hangt, met te weinig kracht om die weer naar binnen te trekken. Wie scherp kijkt zal vaak ook merken dat het paard een andere houding aanneemt, minder fysieke beweging aan kan, langzamer eet en moeite heeft met het slikken van water.

 

 

Oorzaak van botulisme bij paarden

De bacterie Clostridium botulinum produceert zeven types toxines, aangeduid als A, B, C, D, E, F en G. Paarden zijn voornamelijk gevoelig voor de types A, B en C, waarbij vergiftiging door het B toxine het vaakst voorkomt. Wanneer deze toxines in het lichaam komen en vervolgens worden geabsorbeerd, binden ze aan de neuromusculaire overgangen. Dit is de ruimte tussen het uiteinde van een zenuwuitloper en het spiermembraan. Hier belemmert het de afgifte van acetylcholine, wat nodig is om een signaal in de zenuwen door te geven. Deze presynaptische blokkade veroorzaakt verlamming zonder schade aan de spierweefsels zelf. Signaalstoffen worden dus niet door gegeven waardoor verlammingsverschijnselen ontstaan.

 

 

Besmettingswegen

Paarden krijgen deze toxines meestal binnen via het ruwvoer dat ze eten. Dit is door voedsel overgedragen botulisme. Daarnaast bestaat er nog wondbotulisme. Hierbij komt de toxine binnen via een open wond. Bij een voedselvergiftiging krijgt het paard het toxine binnen via gegeten voedsel dat is besmet. Het type B toxine is in dit geval meestal verantwoordelijk en kan op diverse manieren in het voer terecht komen. Zoals eerder genoemd komt de bacterie in de bodem voor, hierdoor kan het in of op de bodem groeiende gewassen besmetten. Haver, hooi en kuilvoer lopen hier dus risico, maar ook het per ongeluk eten van aardappelen kan gevaarlijk zijn. Daarnaast zijn vogels vaak drager van de Clostridium botulinum bacterie. Wanneer een karkas in een weiland ligt dat vervolgens wordt verwerkt tot hooi of kuilvoer kan dat opnieuw gevaarlijk zijn. Zelfs een dosis van 50 tot 100 gram hooi besmet door een ontbindend karkas kan fatale gevolgen hebben. Hetzelfde geldt wanneer er karkassen in drinkwater liggen. Bijvoorbeeld langs de oever van een sloot.

 

Bij wondbotulisme kan de bacterie via een open wond binnen dringen. Vervolgens worden de toxines pas in het lichaam geproduceerd in een anaerobe (zuurstofloze) plek, meestal de darmen. Dit gebeurt vooral bij castratiewonden, navelstrengbreuk of diepe punctiewonden. Toch komt wondbotulisme bij paarden bijna nooit voor.

 

 

Preventie

Er zijn diverse manieren om botulisme bij paarden te voorkomen. Om wondbotulisme voor te zijn is het belangrijk om wonden zo snel mogelijk te ontsmetten en het besmette weefsel te verwijderen om de bron van de toxine te elimineren. Behandeling met antimicrobiële middelen zoals antibiotica kunnen vervolgens helpen om verdere ontwikkeling en vermeerdering van de bacterie te voorkomen.Om botulisme via het drinkwater te voorkomen is het zaak regelmatig te controleren op dode vogels of vissen. Vooral bij ondiep water van meer dan 20°C is dit belangrijk omdat de bacterie dan actief wordt. Zorg dat er niet uit het water gedronken kan worden bij waarneming van karkassen.

 

Om door voedsel overgedragen botulisme te voorkomen is de selectie van hooi en kuil een belangrijke factor. Hooi moet genoeg gedroogd zijn, dit verhoogd het gehalte droge stof en verlaagd de kans op bacterie groei. Clostridium botulinum groeit het best in vochtige, warme en licht basische plekken. Dit is het geval bij vochtige balen hooi die van binnen broeien. Pas bij een pH van 4,5 of lager heeft de Clostridium bacterie vrijwel geen kans meer om te vermeerderen. Bij het selecteren van balen ruwvoer is het dus belangrijk dat de plastic wrap nog goed dicht zit, het hooi minimaal 36 tot 48 heeft gedroogd voor het verpakt is en er voor het hooien goed is gecontroleerd op eventuele dode dieren in het weiland. Bewaar hooi beschermd tegen het weer en controleer regelmatig of het niet broeit van binnen. Is dit wel het geval, voer dit dan niet aan de paarden maar verwijder het uit de baal.

 

 

Tekst: Jolanda de Jong

MELD JE AAN VOOR ONZE MAANDELIJKSE NIEUWSBRIEF

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen binnen de professionele paardensector. 2.200+ ondernemers gingen je al voor!

Het laatste nieuws:

Wil je nog meer van dit soort interessante artikelen lezen?

Abonneer je dan nu op het vakblad en ontvang 6x per jaar een editie van De Hippische Ondernemer op de deurmat.

Het vakblad bevat unieke, exclusieve content dat enkel en alleen te lezen is in het blad.