fbpx

Dierenwelzijnseisen versus regels ruimtelijke ordening

paardenhouderij De Hippische Ondernemer

Als paardenhouder willen we graag allerlei faciliteiten om het welzijn van onze paarden zo goed mogelijk te waarborgen. Denk aan weides met veilige omheining en tracks om deze ook in de winter goed te houden en mooie grote stallen met het liefste nog een uitloop. Helaas maken de regels binnen de ruimtelijke ordening dit niet altijd mogelijk. De spanning tussen dierenwelzijn en gemeentelijke regels wordt daarmee steeds groter.

Dierenwelzijn is een steeds vaker terugkerend onderwerp binnen onze maatschappij. Zeker het welzijn van paarden is een veelbesproken onderwerp zowel binnen als buiten de sector, maar deze discussie is niet nieuw. In 2012 stelde Livestock Research Wageningen voor de paardensector de Welzijns Monitor Paardenhouderij op om te beoordelen hoe het gesteld is met het welzijn van paarden.

 

 

Keurmerk Paard en Welzijn
Naar aanleiding van die welzijnsmonitor is in 2014 het Keurmerk Paard en Welzijn (KPW) ontwikkeld en in de markt gezet. De systematiek van deze criteria en beoordelingen zijn wetenschappelijk onderbouwd wat het een goede maatstaf maakt. Dit keurmerk is in het najaar van 2017 overgenomen door de Sectorraad Paarden en wordt ondersteund door de belangrijkste organisaties in de paardensector. Toch wordt het keurmerk nog door weinig bedrijven gedragen.

 

 

Eisen Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
Als het welzijn van dieren in twijfel wordt getrokken wordt de NVWA ingeschakeld. Houders van paarden moeten zich houden aan de Wet dieren (wordt in 2023 vervangen) en het Besluit houders van dieren om de gezondheid van hun dieren te waarborgen. Deze regelgeving stelt dat iedere paardenhouder verplicht is om zijn paarden goed te verzorgen en te huisvesten. Belangrijke regels hierin zijn onder andere:

– Paarden moeten voldoende ruimte hebben.

– Paarden moeten een schone en droge ligplek hebben.

– Er moet voldoende licht zijn in de stallen.

– Er mogen geen uitstekende scherpe randen in de stallen zijn waaraan paarden zich kunnen verwonden.

– Paarden mogen geen zwaar werk doen of werk waarvoor ze niet geschikt zijn.

– Paarden mogen niet worden gehouden op een slechte wei of niet beweidbaar land.

– Het is verboden om paarden en pony’s te gebruiken als vervoermiddel of transportmiddel als het dier niet geschikt is om spullen of mensen te vervoeren, of er te zwaar door wordt belast.

 

Goede regels zou je zeggen, maar binnen het beleid van de gemeente niet altijd voor elkaar te krijgen. Wil je bijvoorbeeld een (gedraineerde) track of pad om je wei heen leggen wat voorkomt dat paarden in de winter op een slechte wei moeten lopen dan is dat lastig om vergund te krijgen. Als je kijkt naar goede welzijnstechnische oplossingen dan zijn dit zeker niet altijd de dingen die de gemeente stimuleert, maar eerder wat wordt afgeremd. Volgens de regels in de Ruimtelijke Ordening passen paarden het beste in een stal of mogen ze met z’n alle in een groot weiland rondlopen. Dat sommige paarden in een verse weide kans lopen om hoefbevangen te worden, dat gaat de pet van ambtenaren al helemaal te boven.

 

 

Maatlat duurzame paardenhouderij
Dit jaar is er dan eindelijk ook een Maatlat Duurzame Veehouderij voor de paardenhouderij gekomen. Zou dit subsidiesysteem dan verandering brengen in de regels omtrent Ruimtelijke Ordening? Voor de intensieve veehouderij kennen we de Maatlat duurzame veehouderij (MDV) al langer als instrument voor de verduurzaming van deze sector. Een MDV-stal is een veestal met een lagere milieubelasting, met maatregelen voor diergezondheid en dierenwelzijn die voldoet aan strenge duurzaamheidseisen. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft SMK opdracht gegeven om ook voor de hippische sector een maatlat te gaan ontwikkelen. De MDV voor integraal duurzamere paardenstallen zorgt voor verduurzaming door middel van maatregelen die bij de nieuwbouw of verbouw van de stallen kunnen worden genomen. Bij het voldoen aan die maatregelen kan het MDV-certificaat worden uitgereikt.

 

 

Omgekeerde wereld
De investeringen voor zo’n duurzamere stal worden door de overheid fiscaal aantrekkelijk gemaakt door een koppeling met de MIA- en Vamil-regeling. Mount advies heeft deel uitgemaakt van de begeleidingscommissie om te komen tot de toetsingscriteria en maatregelen voor de Maatlat duurzame paardenhouderij.  Zo kan een stal extra punten krijgen voor vrije uitloop bij stallen of paddocks. Het is fijn dat je hier subsidie voor krijgt, maar helaas doen gemeentes sinds de komst van de Maatlat echt niet makkelijker over het toestaan van paddocks. Voor de meeste voorzieningen is het zo dat de gemeente wil dat deze binnen het bouwblok worden gerealiseerd. In de meeste gevallen is dit bouwblok bij paardenbedrijven 1,5 hectare groot. Als binnen deze ruimte zowel een woonruimte als stallen, paddocks, rijbanen, longeercirkel, schuren en andere voorzieningen gebouwd moeten worden dan kan jij je wel voorstellen dat dit erg krap wordt. De mogelijkheid voor het vergroten van dat bouwvlak is vaak uitgesloten. Zelfs nu, met de huidige stikstofdiscussie waarbij dieren veel meer buiten moeten zijn in bijvoorbeeld paddocks en uitlopen, is het een moeilijk verhaal. Als we ons paardenwelzijn goed willen regelen dan moet dit starten bij de overheid die de regels zo gaat formuleren dat we het paardenwelzijn ook daadwerkelijk kunnen waarborgen. We zien veel paardenhouders om ons heen die graag willen verbeteren en investeren, maar ze moeten hier wel de mogelijkheid toe krijgen.

 

 

Toestaan hippische voorzieningen
Wanneer er gekeken wordt naar het dierenwelzijn van het paard zullen er evenwichtige beleidskeuzes gemaakt moeten worden over het toestaan van hippische voorzieningen. Alle (wetenschappelijk onderbouwde) landelijke kaders, richtlijnen en wetgeving leggen een verband tussen de noodzakelijke voorzieningen, de tijdsduur en wijze waarop een paard gestald wordt. Hoe meer een paard op stal staat hoe meer voorzieningen zoals een paddock en een stapmolen noodzakelijk zijn om een paard te kunnen voorzien in haar levensbehoefte. Staat een paard 24 uur per dag in de wei dan is een paddock of een stapmolen vanuit het geven van voldoende bewegingsvrijheid niet direct noodzakelijk, maar kunnen er andere redenen zijn waardoor het toch noodzakelijk is om deze voorzieningen te realiseren. Zoals bijvoorbeeld het voorkomen dat een paard lange dagen in de modder staat.

 

Paddocks worden gebruikt om de paarden vrije beweging te geven en te voorkomen dat deze de gehele dag op stal staan. De paddocks zijn vaak voorzien van een geprepareerde bodem (bestaande uit fijnmazig zand of een (semi) verharding). Tegenwoordig worden er ook veel paddockmatten (rubber) gebruikt om moddervorming te voorkomen. Lang in de modder staan kan infecties aan hoeven en benen veroorzaken.

 

De paddocks zijn een ideaal middel om paarden vrije beweging te bieden zonder dat de beschikbare weide overbelast wordt. Wanneer een paardenhouder niet beschikt over voldoende weiland om een paard het hele jaar door droog in de wei te hebben staan is een paddock een noodzakelijke voorziening. Ruimte in Nederland is schaars en er zijn maar weinig bedrijven die zo veel landbouwgrond hebben om het jaar rond hun paarden te kunnen beweiden. Op kleigrond is het sowieso niet mogelijk om het hele jaar paarden buiten te hebben staan omdat deze klei te nat en te zwaar wordt voor de paardenhoeven. Op een hectare grond kunnen het jaarrond gemiddeld 4 paarden lopen. Een gemiddeld paardenbedrijf heeft 72 paardenboxen. Dit zou uitkomen op circa 15ha grond wat een bedrijf zou moeten hebben. De meeste bedrijven beschikken niet over deze hoeveelheid landbouwgrond en ook bestaande hobbymatige eigenaren hebben niet altijd zoveel grond. Daarom is het essentieel om ook andere voorzieningen toe te staan.

 

 

Paardenhouderij als verrijking
Vroeger werden paardenbedrijven gezien als verrommeling van het landschap. Waardoor gemeenten nog steeds voorzichtig zijn met het toestaan van faciliteiten. Maar juist onze sector heeft in de afgelopen jaren een enorme vogelvlucht genomen waarbij prachtige accommodaties met dito uitstraling uit de grond worden gestampt. De paardenhouderijen van nu zijn juist een verrijking van het landschap geworden. Kortom op overheidsgebied moet er nog een behoorlijke slag worden geslagen als we het over het verbeteren van paardenwelzijn hebben, de sector heeft hierin de eerste stappen al gezet.

 

Bron: Mountadvies | Feije Smies – van Eijndhoven

MELD JE AAN VOOR ONZE MAANDELIJKSE NIEUWSBRIEF

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen binnen de professionele paardensector. 2.200+ ondernemers gingen je al voor!

Het laatste nieuws:

Wil je nog meer van dit soort interessante artikelen lezen?

Abonneer je dan nu op het vakblad en ontvang 6x per jaar een editie van De Hippische Ondernemer op de deurmat.

Het vakblad bevat unieke, exclusieve content dat enkel en alleen te lezen is in het blad.