fbpx

Voeren gebeurt vaak op gevoel of omdat het altijd al zo gedaan wordt. Maar een rantsoen dat voor het ene paard heel goed werkt, wil niet altijd hetzelfde uitpakken bij een ander paard. Toch is een afgestemd dieet voor elk paard van belang op de algehele gezondheid. Deze 8 aandachtspunten helpen je bij de keuze voor een bewust rantsoen.

 

 

1. Conditie bepalen

Wanneer je met een bepaalde strategie wilt gaan voeren is het ten eerste belangrijk om te bepalen wat je hiermee wilt bereiken. De conditiescore staat aan de basis hiervan. Bepaal hiermee of je pony of paard te dik, te dun of juist in een goede conditie verkeert. Deze informatie is van grote waarde bij het bepalen van het rantsoen, net als de kwaliteit van de vacht overigens. Wanneer je paard te dik is moet je kritisch kijken naar wat hij binnenkrijgt en of er geen andere voersoorten zijn die minder aanzetten, maar toch de benodigde vitaminen en mineralen leveren. Bij een paard dat aan de magere kant is kijk je juist naar punten zoals of het hooi rijk genoeg is of wat je veilig kunt bijvoeren voor wat extra vet op de botten.

 

 

2. Ruwvoer als basis

Een paard kan niet zonder ruwvoer en dit moet dus altijd de basis vormen van je rantsoen. Hiervoor kun je uitgaan van 1 tot 1,5 kilogram ruwvoer per 100 kg lichaamsgewicht per dag. De hoeveelheid ruwvoer zegt alleen nog niks over de daadwerkelijke voedingsstoffen die erin zitten. Daarom is het altijd goed om je ruwvoer te laten analyseren. Zo weet je exact wat je voert en dus ook waarom je paarden misschien te dik of te mager worden. Wanneer je iets aan de conditie van je paard wilt veranderen is het altijd goed om eerst naar het ruwvoer te kijken wat je nu geeft.

 

 

3. Vitaminen en mineralen aanvullen

Het basisrantsoen van ruwvoer wordt vaak aangevuld met bijvoorbeeld brokken, muesli of supplementen om te kunnen voorzien in de dagelijkse behoefte aan vitaminen en mineralen. Deze behoefte is trouwens niet standaard en is afhankelijk van het individuele paard en het werk wat hij verricht. Wanneer je paard iets te kort komt dan merk je dat vaak vanzelf aan hoe hij eruit ziet en hoe hij voelt tijdens het werk. Het is sowieso verstandig om een mineralensteen op te hangen in de stal, zodat het paard bij extra behoefte dit zelf kan regelen. Wanneer je niet zeker weet waar je tekort in schiet, is het verstandig om door de dierenarts een bloedtest te laten doen en het voer vooral ook af te wegen.

 

 

4. Extra of minder energie

Een aanvullend krachtvoer kan daarnaast ook zorgen voor wat meer energie bij je paard. Wanneer dit gewenst is zoek dan naar een voeder met zetmeel en glucose, dat levert snelle energie. Wanneer je juist wilt dat je paard niet hoger in zijn energielevel komt te staan, maar hij deze energie wel nodig heeft om bijvoorbeeld aan te komen dan kun je het beste kijken naar iets wat vezels en vetten bevat. Vetten bevatten wel veel energie, maar zorgen niet voor een sensibeler paard.

 

 

5. Etenstijd

Niet alleen wat je voert, maar ook wanneer je voert heeft een belangrijk effect op de uitwerking hiervan. Zo is een paard van nature een dier wat constant eet, waardoor er continu speeksel wordt gevormd wat de maag neutraliseert. Heeft het paard niet de hele dag toegang tot ruwvoer, zorg er dan in ieder geval voor dat hij niet langer dan zes uur zonder komt te staan. Meerdere keren per dag voeren heeft dus de voorkeur voor het behoud van een gezonde spijsvertering. Staat je paard toch een langere periode zonder ruwvoer, bijvoorbeeld na de nacht, voer dan ’s ochtends niet gelijk krachtvoer als eerste maar breng eerst weer het verteringsstelsel op gang met ruwvoer. Wil je wel eerst krachtvoer geven? Houd er dan rekening mee dat de voedingsstoffen hieruit minder goed worden opgenomen. Sowieso is het verstandig om niet te grote porties krachtvoer aan te bieden vanwege de kleine maag van een paard. Vlak voor een training of wedstrijd is krachtvoer ook niet aan te raden. Een volle maag loopt niet prettig en kan wel degelijk invloed hebben op hoe je paard presteert.

 

 

6. Eten uitsmeren

Paarden eten hun maaltijd het liefste zo snel mogelijk op, al is het toch echt beter voor ze om rustiger te eten en de voerbeurt wat meer uit te smeren. Vooral met krachtvoer willen paarden dit nog wel eens naar binnen schrokken. Het helpt sowieso om vóór het krachtvoer hooi te geven, zodat je paard al iets achter de kiezen heeft. Ook het mengen van krachtvoer met bijvoorbeeld luzerne of het plaatsen van een grote ronde steen in de voerbak kan ervoor zorgen dat je paard langer over zijn eten doet. Wil je het paard wat langer over zijn ruwvoer laten doen dan kan een slowfeeder een goede optie zijn.

 

 

7. Pas op met snacken

Als je het rantsoen helemaal hebt afgestemd, pas dan op met het snacken tussendoor. Dit kan er niet alleen ongemerkt voor zorgen dat je paard weer te dik wordt, maar voorkomt ook de opbouw van een vast voerschema, wat voor je paard juist een gunstige uitwerking heeft. Een worteltje of appel na het rijden kan wel gewoon, maar zorg ervoor dat dit niet een hele maaltijd wordt.

 

Vond je dit artikel interessant? Bekijk dan ook het artikel over bodembeheer en verschillende omheiningen.

Wil je tweemaandelijks op de hoogte gehouden worden over alles wat er in de hippische sector speelt? Sluit dan voor maar €44,50 per jaar (6 nummers) een abonnement af op de Hippische Ondernemer.

MELD JE AAN VOOR ONZE MAANDELIJKSE NIEUWSBRIEF

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen binnen de professionele paardensector. 2.200+ ondernemers gingen je al voor!

Het laatste nieuws:

Wil je nog meer van dit soort interessante artikelen lezen?

Abonneer je dan nu op het vakblad en ontvang 6x per jaar een editie van De Hippische Ondernemer op de deurmat.

Het vakblad bevat unieke, exclusieve content dat enkel en alleen te lezen is in het blad.