5 Tips om een betere instructeur te worden

Instructeurs zijn altijd bezig met het verbeteren van hun leerlingen, maar wat doen ze eigenlijk aan de ontwikkeling van zichzelf om een betere instructeur te worden? Daniëlle Kok won onlangs de prijs voor beste hippische docent/instructeur en geeft ons 5 praktische tips om je vaardigheden als instructeur te verbeteren.

1. Je bent nooit uitgeleerd
   

   “Ik ben altijd bezig om nog wijzer te worden en kijk graag naar wat er nog te leren valt. Ik vergelijk mezelf graag met een kok. Als ik een topkok wil worden dan wil ik in veel verschillende keukens gekookt hebben, zodat ik de toegepaste technieken en ingrediënten kan gebruiken in mijn eigen keuken. Als goede kok wil je niet in één systeem blijven koken, maar uit elk systeem het beste pakken om je eigen receptenboek samen te stellen. Dat is bij het paardrijden niet anders. Door bij verschillende mensen te lessen en clinics te volgen maak ik regelmatig kennis met andere systemen. ls een systeem je aanspreekt dan kun je vaker daarin lessen volgen om hier meer over te leren. Op dit moment volg ik de NCSAH Hippische beroepsopleiding dressuur om weer andere vaardigheden aan te leren om toe te kunnen passen.”

2. Kennis over biomechanica
   

   “Tijdens die NCSAH-opleiding gaan ze vooral in op de biomechanica van een paard en dat is voor mij een enorme aanvulling op het lesgeven en trainen van paarden. Door kennis te vergaren over biomechanica kijk je veel meer naar het paard en of het fysiek en mentaal in staat is om een oefening uit te voeren. Als instructeur kijk je naar de combinatie van paard en ruiter, wat je hieraan wilt verbeteren en hoe je dit aan gaat pakken. Wanneer de ruiter schouder binnenwaarts inzet is het geen kwestie van hopen dat ze zo schuin mogelijk het einde halen. Je gaat met de combinatie aan het werk om met kleine aanpassingen en tips het voor je leerling makkelijker te maken in zijn of haar lijf, waardoor het ook makkelijker wordt voor het paard. Welke buiging mis je bij deze combinatie die ze voor een oefening nodig heeft? Kijk vooral naar wat paard en combinatie nodig hebben in plaats van de standaard instructies om een schouder binnenwaarts in te zetten. Hoewel er steeds meer bekend wordt over de biomechanica van paarden, heerst hier bij veel instructeurs nog veel onwetendheid over. Door hier meer over te leren kunnen we het management van onze leerlingen steeds meer verbeteren maar dit ook toepassen bij de sport- en manegepony’s en -paarden.”

3. Breder kijken dan rijden
   

   “Als een leerling een dominant paard heeft en zelf een afwachtend karakter heeft en de omgangsnormen en waarden tussen mens en dier al niet goed begrijpt dan kun je niet verwachten dat dit met rijden wel goed gaat. Als instructrice geef ik daarom niet alleen les in het rijden, maar werk ik ook met mijn leerlingen aan de hand, om de basisprincipes van de omgang met paarden onder de knie te krijgen. Daarnaast gebruik ik het werken aan de hand om de paarden onbelast te kunnen trainen voor bijvoorbeeld het recht richten of de zijgangen. Onder het zadel wordt het hierdoor alleen maar makkelijker. Ruiters gaan onbewust toch vaak scheef hangen tijdens het uitvoeren van een oefening. Het is dus belangrijk dat de ruiter leert hoe hij zijn paard het beste kan verbeteren ongeacht of dit op of naast het paard is.”

4. Verschillende inzichten
   

   “Elke leeftijdscategorie vraagt om een ander inzicht van de les. Een puber die net thuis ruzie heeft gehad vraagt om een andere benadering dan een jonge moeder die gespannen van de drukte op stal aankomt. Paarden pakken elke spanning moeiteloos over en soms moet er eerst stoom afgeblazen worden, voordat iemand mentaal in staat is om lekker te rijden. Daar moet je als instructeur oog voor hebben. Je bent er niet alleen om instructies te geven, maar soms ook om een luisterend oor te bieden. Daarnaast is ook nog eens iedereen anders en vraagt hierdoor om een andere aanpak. Een ruiter die heel onzeker is over zichzelf geef je anders les dan iemand die een korte concentratieboog heeft en kijkt naar welke schoenen de mensen in de kantine dragen. Zo iemand moet je veel meer op de huid zitten om de concentratie bij het rijden te houden.”

5. Trainingsschema afstemmen
   

   “Samen met mijn leerling kijk ik naar het stellen van doelen en hoe we daarnaartoe gaan werken met een trainingsplan dat voor beiden werkt. Dat gaat niet altijd in een rechte lijn omhoog, maar soms moet je ook een stapje terugnemen om weer twee stappen vooruit te kunnen gaan. Daar maak ik mijn leerlingen ook bewust van, het rijden is niet altijd alleen maar leuk. Ik probeer aan het begin of einde van de les te vragen of alles is gelukt, wat ze deze week gedaan hebben en wat ze de rest van de week gaan doen. Als instructeur moet je je leerling helpen met een kloppend trainingsschema zodat ze niet teveel trainen of helemaal niet trainen. Niet alleen de les zelf is belangrijk, ook de randzaken eromheen zoals een kloppend harnachement en een paard dat regelmatig gecontroleerd wordt door bijvoorbeeld een chiropractor of dierenarts. Niet alleen bij sportpaarden is dit belangrijk, maar ook bij de manegepony’s wil je blessures zo veel mogelijk proberen te voorkomen. Je wilt dat ze goed in hun vel zitten en dat ze in staat zijn om de gevraagde prestaties te leveren. Daarbij zou ik het zelf leuk vinden om meer met hartslagmeting te gaan doen, zodat ik beter kan monitoren of er niet met te hoge of lage hartslagen wordt getraind en om nog concretere informatie te krijgen.”

Wie is Daniëlle Kok?

Daniëlle runt samen met haar moeder en zus Manege de Arckelhoeve in Poeldijk. Op de manege combineren ze de topsport met de beginnende ruiter, een unieke combinatie. De lessen die ze geven lopen ook uiteen van de begeleiding van fanatieke wedstrijdruiters tot kinderlessen en alles er tussenin. Daniëlle heeft zowel gesprongen op niveau als dressuur gereden tot en met de Lichte Tour. Naast het geven van lessen, zijn Daniëlle en haar zus Stephanie altijd op zoek naar jonge talentvolle paarden die zij zelf zadelmak maken, trainen voor zichzelf of voor anderen, zowel voor de verkoop als het zelf verder uitbrengen in de wedstrijden.