Houders van paarden en pony’s zijn verplicht om hun dieren goed te huisvesten. Dit heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bepaald. Een box moet dus aan bepaalde (wettelijke) eisen voldoen, maar welke eisen zijn dat en wat gebeurt er als er niet wordt voldaan aan die eisen?
De Wet dieren en het Besluit houders van dieren (hierna: de wet) vormen de juridische grondslag voor de eisen waaraan een box moet voldoen. In de Wet dieren zijn geen specifieke regels te vinden waar een box aan moet voldoen. Deze wet dient eigenlijk alleen als raamwerk waarin staat dat de regering besluiten mag nemen waarin regels omtrent boxen verder worden uitgewerkt. Het Besluit houders van dieren is het belangrijkste voorbeeld van zo’n besluit van de regering.
De vindplaatsen van de eisen
Daarnaast heeft de Sectorraad Paarden een Gids voor Goede Praktijken voor paardenhouders opgesteld. Alhoewel de wetgever het opstellen en toepassen van zo’n gids aanmoedigt, verplicht hij het niet. De gids bevat dus geen wettelijke verplichtingen, maar slechts aanbevelingen. De NVWA gebruikt de gids echter wel bij het handhaven van de Wet dieren en onderliggende regelgeving, zoals het Besluit houders van dieren. Het is dus verstandig om te voldoen aan dat wat in de Gids voor Goede Praktijken staat. Als een paardenhouder zich aan de Gids houdt, handelt hij in lijn met de Wet dieren en onderliggende regelgeving.
Voldoende ruimte
Allereerst moeten paarden in een box voldoende ruimte hebben om te kunnen leven. Ze moeten zich in ieder geval vrij kunnen bewegen en ruimte hebben om te kunnen eten, drinken, slapen en rusten. Naast voldoende vloeroppervlak is het ook belangrijk dat de box hoog genoeg is voor het paard. Momenteel stelt de wet geen eisen wat betreft de exacte afmetingen van een box.
In de Gids voor Goede Praktijken van de Sectorraad Paarden worden wel boxafmetingen genoemd. De minimale boxmaat voor paarden is 10m2 en voor pony’s kleiner dan 156cm is dat (2xstokmaat)2. Voor hoog drachtige merries of een merrie met een veulen geldt 12m2 oppervlakte, tenzij er minimaal 8 uur per dag vrije beweging wordt geboden. Verder heeft de Gids voor Goede Praktijken stands voor paarden per 1 januari 2017 verboden.
Geen scherpe randen of uitsteeksels
Een paardenbox, inclusief de vloer, mag geen scherpe randen of uitsteeksels hebben waaraan een paard zich kan verwonden.
Temperatuur
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen thermoneutrale zones en comfortzones. Binnen een thermoneutrale zone (een zone waarbij een constante lichaamstemperatuur kan worden gehandhaafd met een minimum aan energie) kan de lichaamstemperatuur van een paard worden geregeld via het zweten, de ademhaling, de bloedcirculatie en de vacht. Voor thermoneutrale zones gelden dus geen specifieke regels wat betreft de temperatuur in een box.
Binnen een comfortzone (een smallere zone waarbinnen geen aangepast gedrag, zoals een snellere ademhaling, nodig is voor een constante lichaamstemperatuur) moet de temperatuur tussen -5 en +25 graden Celsius liggen. Dit geldt voor ongeschoren paarden. Wanneer paarden geschoren zijn, moet de temperatuur tussen +5 en +25 graden Celcius liggen. Bij een temperatuur lager dan 10 graden hebben geschoren paarden een deken nodig.
Ventilatie
De luchtcirculatie in de omgeving van het paard mag niet schadelijk zijn voor het paard. Wanneer de gezondheid en het welzijn van het paard afhankelijk is van een kunstmatig ventilatiesysteem, moet dat systeem een passend noodsysteem hebben. Wanneer het hoofdsysteem uitvalt, moet het noodsysteem ervoor zorgen dat er voldoende verse lucht kan blijven worden aangevoerd en moet er een alarm afgaan. Een box kan op natuurlijke of mechanische wijze worden geventileerd. De lucht in een box moet zo geleid worden dat de paarden niet op de tocht staan. Een box kan op natuurlijke wijze geventileerd worden door bijvoorbeeld de staldeur op een kier te zetten of het plafond te verhogen. Paardenhouders moeten erop letten dat het ammoniakgehalte in de box niet te hoog is, omdat dat slecht is voor de gezondheid van een paard. De box moet regelmatig uitgemest worden.
Lichtinval
Verder moet een box voldoende verlicht en verduisterd kunnen worden. De Gids noemt dat voldoende licht noodzakelijk is voor een goede gezondheid van het paard en dat gedurende de dag een lichtsterkte van 80 lux daglicht of kunstlicht is vereist in een box. Dat komt neer op een lamp van 100 tot 150 Watt.
Luchtvochtigheid
De luchtvochtigheid mag wettelijk gezien niet schadelijk zijn voor een paard. Een luchtvochtigheidsgehalte van 60-70% wordt aanbevolen. De ventilatie houdt de luchtvochtigheid op een aanvaardbaar niveau door overtallig vocht aan de lucht te onttrekken.
Drink- en voederinstallaties
Drink- en voederinstallaties moeten zo zijn ontworpen, gebouwd en geplaatst dat de kans op vervuiling van het voer en water wordt verkleind. Verder moet er rekening gehouden worden met de gevolgen van eventuele rivaliteit tussen paarden. Wat betreft specifiekere regels omtrent de drink- en voederinstallaties, bepaalt de Gids dat de drinkbakken in ieder geval op borsthoogte en zo ver mogelijk verwijderd van voerbakken geplaatst moeten worden.
Sociaal contact
Ten slotte moet sociaal contact met andere paarden dagelijks mogelijk zijn. Het is belangrijk dat paarden in boxen elkaar kunnen zien, besnuffelen en/of aanraken.
Overtredingen en maatregelen
Een paardenhouder is in overtreding wanneer hij een of meer bepaling(en) uit de Wet dieren of onderliggende regelgeving, zoals het Besluit houders van dieren overtreedt. De Gids voor Goede Praktijken bevat slechts aanbevelingen en geen wettelijke verplichtingen, maar wordt wel meegewogen in de beoordeling of een paardenhouder de Wet dieren of onderliggende regelgeving heeft overtreden.
Wat er precies gebeurt als de NVWA vaststelt dat een paardenhouder de wet heeft overtreden, is afhankelijk van hoe erg de overtreding is. Als het geen ernstige overtreding is, zal de paardenhouder waarschijnlijk alleen een schriftelijke waarschuwing krijgen. Is de overtreding ernstiger, dan kan de paardenhouder een bestuurlijke boete krijgen. De hoogte van zo’n boete varieert van 500 euro tot 820.000 euro en is in sommige gevallen zelfs nog hoger.
AUTEUR: Wibe Reddingius, Langelaar Klinkhamer advocaten