Over het Nederlands sporttalent horen we genoeg op de Olympische Spelen in Parijs, maar dat we een Nederlandse dierenarts hebben in het veterinaire team van de FEI daar krijgen we wat minder van mee. Daarom spraken we Julius Peters in Parijs op de dag dat de eventingpaarden aankwamen.
We kennen Julius Peters als dierenarts, maar vooral ook als specialist op het gebied van paardengebitten. Hij is een van de een van de oprichters van de Nederlandse Vereniging voor Gebitsverzorging bij paarden. Jarenlang heeft hij zich ingezet voor de verbinding van verschillende beroepen in de hippische branche waaronder nog steeds als secretaris bij de Federatie van Nederlandse Hippische Brancheorganisaties. Inmiddels is hij met pensioen als praktiserend dierenarts, maar nog wel enorm actief in de sector.
Hoe kom je als dierenarts op de Olympische Spelen?
“Ik werk al zo’n dertig jaar voor de FEI als dierenarts op verschillende evenementen. Dat zijn zowel dressuurwedstrijden als voor het springen en vooral veel mennenconcoursen. Net als bij juryleden krijgen wij een bepaald level en ik was altijd level 3 official. In die hoedanigheid heb ik al veel leuke evenementen meegemaakt en kom ik jaarlijks in Aken, Zuidwolde en Exloo. Tot op een moment de FEI wereldwijd dertig dierenartsen vroeg om level 4 te worden. Dit is het hoogste level en wordt vereist voor de delegatie die naar de Olympische Spelen gaat, maar ook naar Europese en wereldkampioenschappen. Dat leek mij wel wat dus ging ik drie dagen naar Lausanne om een pittig Engels examen te doen, een communicatiecursus te volgen en tot slot een out-of-the-box examen af te leggen. Bij dit laatste kijken ze naar hoe je dingen oplost in een wedstrijdsituatie. In deze functie ben ik al vaker naar kampioenschappen gegaan bij het mennen, dus het is een vertrouwde taak. Al zijn de Olympische Spelen wel nieuw voor mij.”
Is dat iets waar je jezelf als dierenarts voor op kan geven?
“Nee, zelf heb ik hier verder niks voor hoeven doen. Je wordt voorgedragen vanuit het veterinaire comité binnen de FEI en ze nodigen je hier persoonlijk voor uit. Een enorme eer natuurlijk.”
Wat is jouw taak in Parijs?
“Ik ben onderdeel van de FEI Veterinair Delegate en dat bestaat uit een team van vier dierenartsen. We hebben een Franse voorzitter, een zogenaamde buitenlandse gedelegeerde uit Amerika, een Braziliaanse en ik. Die Braziliaanse dierenarts is acht jaar geleden coördinatiedierenarts geweest, wat ze tegenwoordig de Veterinairy Service Manager (VSM) noemen, en heeft dus al ervaring op de Spelen. Als officiële dierenartsen van de FEI moeten we erop toezien dat het veterinaire reglement goed wordt toegepast. Vanochtend was de aankomst van de eventingpaarden en dan staan we klaar om daar toezicht op te houden en bij eventuele problemen hulp te bieden. Daarnaast doet de buitenlandse gedelegeerde de vet-check, staat een van ons bij de holding box en controleert een ander de identificatie. Verder staan we nauw in verbinding met alle individuele en teamdierenartsen die hier rondlopen. Als er iets behandeld moet worden dan gebeurt dat in een speciale box en moeten wij goedkeuren of dit gedaan mag worden of niet.”
En als er echt iets gebeurt wat dan?
“Er lopen hier heel wat dierenartsen rond. Om je een idee te geven staan er tijdens de cross country alleen al 80 dierenartsen paraat. En we hebben een team van verschillende specialisten naast ons staan zoals een chirurg, een deskundige die veel weet van inwendige ziekten en iemand voor de beeldvorming. Die laatste is ook een Nederlandse dierenarts, Erik Bergman, hij is voor de derde keer aanwezig bij de Olympische Spelen.”
Is er nog iets aangepast naar aanleiding van het incident met Charlotte Dujardin?
“Er is hier ook een collega die speciaal is ingevlogen om op het welzijn van de paarden toe te zien. Er lopen hier ongelofelijk veel mensen met camera’s rond en we willen pertinent dat er geen slechte beelden gemaakt kunnen worden. Iets wat gemakkelijk gaat en waar sommige mensen zeker op uit zijn. Zeker na de video van Charlotte staat het hier op scherp en liggen we onder een vergrootglas. Dat soort dingen wil je niet zien en zijn we dus extra scherp op.”
Is het vooral hard werken of ook nog een beetje genieten?
“De paardensport is mijn hobby, dus ik vind het vooral ook heel erg mooi om te zien hoe mensen de sport beleven en hoe ze daarmee bezig zijn. Tussen de verschillende disciplines zie je veel verschillen en de eventers die net binnenkwamen zien er allemaal top uit. Ik mag niet alleen aanwezig zijn bij de Olympische Spelen, maar ook bij de Paralympische als buitenlandse gedelegeerde. Dan zijn we met een kleiner clubje, omdat daar maar zo’n tachtig paarden rondlopen. Desalniettemin is dat een kers op de taart en kan mijn zomer er niet mooier uitzien.”
