fbpx

Het belang van een goede warming-up voor je paard

Als professional weet je waarschijnlijk al hoe belangrijk het is om het lichaam van een paard goed voor te bereiden voordat je aan de slag gaat. In dit artikel duiken we dieper in op het onderzoek van paardenarts Thibault Frippiat en onderzoeker Dominique-Marie Votion over het belang van warming-up voor paarden.


Passieve versus actieve opwarming

In hun onderzoek geven Frippiat en Votion aan dat opwarmtechnieken kunnen worden onderverdeeld in passieve en actieve opwarming. Passieve opwarming omvat externe factoren zoals warmtetoepassing of massage, terwijl actieve opwarming uit fysieke beweging bestaat. Hoewel passieve opwarming de spiertemperatuur kan verhogen en de bloedstroom kan verbeteren, kan het niet altijd leiden tot een significante verhoging van de spiertemperatuur bij paarden. Een actieve warming-up lijkt effectiever te zijn bij het verhogen van de spiertemperatuur en het voorbereiden van het lichaam op fysieke activiteit.


Effecten van opwarmen op prestaties

De warming-up van een paard kan verschillende positieve effecten hebben op de prestaties. Door de spiertemperatuur te verhogen, kan het paard beter presteren en worden blessures voorkomen. Het onderzoek toont aan dat een toename van de spiertemperatuur met 1°C de prestaties van het paard met 2-5% kan verbeteren. Bovendien kan een warming-up de zuurstofopname verbeteren en de ophoping van melkzuur in de spieren verminderen, wat de algehele prestaties van het paard ten goede komt.


Optimalisatie van opwarmroutines

Bij het samenstellen van een goede opwarmroutine voor een paard moet je kijken naar belangrijke factoren zoals intensiteit, duur en samenstelling van de warming-up. Onderzoek suggereert dat een hoge intensiteit van opwarmen niet altijd betere prestaties oplevert en dat het belangrijk is om opwarmroutines aan te passen aan de specifieke behoeften van het paard en de discipline.

De duur van de opwarming kan ook een impact hebben op de prestaties, waarbij zowel een te korte als te lange warming-up mogelijk niet optimaal is. Het is belangrijk om een balans te vinden tussen het verhogen van de spiertemperatuur en het vermijden van vroegtijdige vermoeidheid tijdens de warming-up.


Warming-up bij verschillende paarden

Koudbloedige paarden, zoals bijvoorbeeld Friezen of Fjorden, hebben over het algemeen een lagere stofwisseling en zijn minder snel opgewarmd dan warmbloedige paarden. Daarom is het belangrijk om bij de warming-up van koudbloeden extra tijd te nemen en langzaam op te bouwen naar intensievere activiteiten. Een langere opwarmingsperiode met een lagere intensiteit kan gunstig zijn om de spieren van koudbloeden goed voor te bereiden op fysieke inspanning.

Aan de andere kant hebben warmbloeden, zoals KWPN’ers over het algemeen een hogere stofwisseling en zijn ze sneller opgewarmd. Hiervoor kan juist een kortere opwarmingsperiode met een hogere intensiteit geschikter zijn, waarbij de focus ligt op het activeren van de spieren en het verbeteren van de flexibiliteit.

Het is belangrijk om de opwarmroutine aan te passen aan het specifieke type paard en rekening te houden met factoren zoals ras, leeftijd, conditie en individuele behoeften. Door de warming-up op maat te maken voor het paard, kun je ervoor zorgen dat het optimaal wordt voorbereid op fysieke activiteit en blessures worden voorkomen.


Warming-up per discipline

Voor verschillende disciplines binnen de paardensport zijn er specifieke opwarmstrategieën die het meest effectief blijken te zijn. Voor dressuurpaarden wordt bijvoorbeeld vaak de nadruk gelegd op een langere opwarmingsperiode van tien tot twintig minuten, waarbij het paard laag over de rug wordt gereden en de focus ligt op het verbeteren van de flexibiliteit, reactiviteit en het uitvoeren van specifieke bewegingen die tijdens de wedstrijd zullen worden gevraagd.

Voor springpaarden daarentegen kan een kortere, meer intensieve opwarming effectiever zijn, waarbij de nadruk ligt op het verhogen van de sprongkracht en het vermogen om snel te reageren op obstakels. Vóór de wedstrijd doet 49% van de ruiters zeven tot tien sprongen om op te warmen, 41% doet vier tot zeven sprongen, 9% doet er minder dan vier en maar 1% doet geen sprongen voordat ze de ring in gaan.


In de endurance-sport kan een geleidelijke opwarming over een langere periode gunstig zijn, waarbij het doel is om het uithoudingsvermogen en de weerstand tegen vermoeidheid te verbeteren.


Lees het hele onderzoek hier: https://www.mdpi.com/2076-2615/14/6/945

MELD JE AAN VOOR ONZE MAANDELIJKSE NIEUWSBRIEF

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen binnen de professionele paardensector. 2.200+ ondernemers gingen je al voor!

Het laatste nieuws:

Wil je nog meer van dit soort interessante artikelen lezen?

Abonneer je dan nu op het vakblad en ontvang 6x per jaar een editie van De Hippische Ondernemer op de deurmat.

Het vakblad bevat unieke, exclusieve content dat enkel en alleen te lezen is in het blad.