fbpx

Hoe voorkom je verwondingen en onrust in de opfok?

opfokbedrijf paardenopfok De Hippische Ondernemer

Wanneer je een opfokbedrijf hebt of als professional je veulen ergens heenbrengt zijn onrust en verwondingen een veel besproken onderwerp. Wij vroegen Fenna Elzinga van Lelymare Horses en Ad de Laat van Stal Rozenven naar hun aanpak en de belangrijkste aandachtspunten om verwondingen en onrust te voorkomen.

 

 

Geef ze de ruimte

Zowel Fenna Elzinga als Ad de Laat stippen het belang aan van het hebben van genoeg ruimte. Elzinga: “Als veulens elkaar uit de weg kunnen gaan dan is er minder confrontatie dan wanneer ze in een kleine ruimte zitten. Daarom zetten wij in de wintermaanden geen nieuwe paarden in de kudde. Hoewel ze zelf kunnen kiezen of ze binnen of buiten staan, staan ze in de winter toch meer binnen. Ik wil dat de kudde zich heeft gevormd en de rangorde bekend is voordat de natte periode begint, dat geeft veel meer rust in de groep.” Volgens De Laat is die ruimte ook heel belangrijk bij het voeren. “Bij ons staan er zeven paarden in een stal van tien bij twaalf en hebben ze zo’n veertien eetplekken aan het rek. Hierdoor hebben ze allemaal de ruimte en hoeft daar niet om gevochten te worden. Ze krijgen trouwens onbeperkt ruwvoer, wat ook scheelt, waar we één keer per dag brokken overheen voeren.”

 

 

Voersysteem

Elzinga vindt het voeren ook een belangrijk moment en heeft daarvoor een speciaal systeem ontwikkeld. “We werken met emmers die we omhangen met een koord. Ieder paard krijgt een emmer om waardoor ze in principe niet bij elkaar kunnen eten. Zo kun je ieder paard heel individueel voeren en makkelijk een supplement bijvoeren indien dit nodig is. Een paard kan ermee weglopen, maar neemt de emmer dan dus ook mee. De volgorde van het omdoen is wel belangrijk en moet op rangorde gebeuren waarbij de dominanten eerst aan de beurt zijn. We wachten met afdoen totdat alle paarden klaar zijn.”

 

 

Maak iets grotere groepen

Je moet er natuurlijk wel voldoende ruimte voor hebben, maar onderzoek heeft uitgewezen dat een grotere kudde voor meer rust zorgt. “Dan kunnen er subgroepen ontstaan”, legt Elzinga uit. “De paarden die hoger in de rangorde staan vormen een groepje en de lagere ook. Met drie paarden heb je vaak ruzie en met vier of vijf ook nog. Bij grotere groepen vanaf vijftien paarden wordt de groep steeds stabieler. Onze hengsten staan in een groep van rond de twintig paarden en de merries staan in een groep van 25.”

 

 

Bewuste introductie

Voor beide ondernemers is het introduceren in de groep een belangrijk moment. Elzinga laat de nieuwkomer eerst naast de kudde staan, zodat ze ziet hoe ze op elkaar reageren en ze alvast kunnen ruiken. Jonge paarden krijgen altijd eerst een vriendje, zodat ze niet alleen de kudde ingaan. “Na een paar dagen gaan ze de groep in en dat is een belangrijk moment. Paarden die hoger in de rang staan, zetten we op zo’n moment even bij het hooi, zodat ze de wei niet in kunnen. Zo kan de nieuwkomer eerst kennismaken met de rest en als dat goed gaat komen de dominanten er ook bij. Het ligt aan het paard, maar wanneer er nog teveel onrust is in de rangorde zetten we het nieuwe paard ’s nachts tijdelijk in een eigen stal.” De Laat maakt groepjes van twee wanneer de veulens binnenkomen. “Die gaan eerst samen apart in een box en daarna plaatsen we ze beide in de groep, zodat ze vooraf al een maatje hebben. Daarnaast maken we een groep met vroege en late veulens, zodat ze bij elkaar passen qua grootte.”

 

 

Een ouder paard in de kudde

Bij Lelymare Horses zijn de kuddes van verschillende leeftijden. In de hengstenkudde staat naast de jonge hengsten een oude ruin. De merriekudde bestaat uit jonge merries, fokmerries met veulens en een oudere merrie. Die volwassen paarden voeden volgens Elzinga de jonkies op. “Vooral bij de hengsten vertelt de volwassen ruin hoe de brutalen zich moeten gedragen en neemt een onderdanige juist onder zijn hoede. Hengsten stellen duidelijke regels en kunnen leuk met elkaar spelen, maar gaan daarnaast heel nuchter met elkaar om waardoor er weinig verwondingen zijn. Bij de dames is dat wel eens een ander verhaal en daar kan het soms wat langer duren voordat ze tot de groep behoren. Bij jonge paarden gaat dit overigens wel makkelijker dan bij fokmerries die in de kudde komen. Maar een ouder paard in de groep, daar ben ik fan van. Anders heb je net een kleuterklas zonder juf.”

 

 

Keuze voor enkel geslacht

Bij Stal Rozenven staan vanaf komend jaar alleen nog maar hengsten in de opfok. “Wanneer de merries en hengsten naar buiten gaan als ze wat ouder zijn dan wil dat nog wel eens voor onrust zorgen. Om onze weides beter te kunnen benutten hebben we daarom na het eerste jaar gezegd dat we ons op de opfok van hengsten zullen focussen. Die zijn ook wat constanter in hun gedrag dan merries.”

 

 

Genoeg beweging

Wanneer de veulens in oktober binnenkomen dan gaan ze bij Stal Rozenven niet meer op de wei. “Maar ze komen wel elke dag in een grote paddock met eb- en vloedbodem. Dan kunnen ze hun ei lekker kwijt. Wij laten ze daar los heen lopen en dat is ook maar een klein stukje. Wanneer je ze direct leert dat ze gewoon rustig naar buiten kunnen en je niet gaat lopen jagen, dan weten ze dat verrassend snel.” Ook Elzinga benadrukt het belang van beweging. “Bij ons kunnen ze het hele jaar het weiland op, zodat hun energie verdeeld is. Uiteraard kunnen ze altijd naar binnen naar de hooistal of strostal. Paarden kunnen hun energie buiten kwijt, want op stal gaat dat bijna niet.”

 

 

Veilige omgeving

Bij De Laat gaan ze in april de wei op en hij benadrukt dat het belangrijk is om dan de afrastering goed na te lopen. “En ervoor te zorgen dat er voldoende stroom op staat, zodat ze van de draden afblijven. Als ze er aan gaan zitten dan heb je eerder kans op blessures. Wanneer er wel een keer iets is en het paard uit de groep gehaald moet worden doe ik dat altijd in tweetallen. En ik zet ze het liefst weer zo snel mogelijk terug. Daarnaast is de veiligheid op stal ook belangrijk en moeten nergens scherpe randen of objecten zitten waar ze zich aan kunnen openhalen.”

 

 

Vond je dit artikel interessant? Bekijk dan ook het artikel over en kijkje in de keuken bij paardendierenarts Martine Noordermeer en pijnherkenning bij paarden.

Wil je tweemaandelijks op de hoogte gehouden worden over alles wat er in de hippische sector speelt? Sluit dan voor maar €44,50 per jaar (6 nummers) een abonnement af op de Hippische Ondernemer.

MELD JE AAN VOOR ONZE MAANDELIJKSE NIEUWSBRIEF

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen binnen de professionele paardensector. 2.200+ ondernemers gingen je al voor!

Het laatste nieuws:

Wil je nog meer van dit soort interessante artikelen lezen?

Abonneer je dan nu op het vakblad en ontvang 6x per jaar een editie van De Hippische Ondernemer op de deurmat.

Het vakblad bevat unieke, exclusieve content dat enkel en alleen te lezen is in het blad.