fbpx

Hoe zit dat nu met de belasting van een paard?

Niet alleen bij hippische ondernemers is het welzijn van paarden en de constante verbetering daarvan een belangrijk item. Ook bij de opleidingen is dit een van de focuspunten en wat is nu een beter basis dan een onderzoek? Zowel bij mbo-opleidingen Lentiz als Aeres hebben ze afgelopen jaren diverse onderzoeken uitgevoerd naar de belasting van paarden.

 

Bij zowel Lentiz en Aeres hebben ze een practoraat opgestart met als doel om praktijkgericht onderzoek te doen en daarbij de onderzoeksvaardigheden van de toekomstige beroepsbeoefenaars te ontwikkelen. Deze bestaat meestal uit een practor en een docent onderzoeker. Bij Aeres werd het onderzoek geleid door practor Sara Albon bijgestaan door Elbert Koelewijn en bij Lentiz is de practor Alain Broft met IJsbrand Chardon als practor-boegbeeld in combinatie met docent Anne Hoogenboom. Beide opleidingen zijn aan de slag gegaan met het dierenwelzijn van de paarden in praktijkonderzoek met allebei net een andere insteek.

 

Belastingscijfer

Bij Aeres vertelt Elbert Koelewijn dat ze heel erg afhankelijk zijn van de schoolpaarden die ze voor verschillende activiteiten gebruiken. “Vanuit het oogpunt uit dierenwelzijn en duurzaamheid is het belangrijk om de paarden zo veel mogelijk gelijk te belasten. Dit vooral met het oog op blessurepreventie. Daarom wordt de inzet van de paarden vastgelegd in HTP (Hippisch Totaal Pakket). Aan iedere activiteit hebben we een bepaalde belasting gehangen. Zo namen we aan dat de belasting voor het rijden 1,0 is en voor longeren 0,8. Maar is dit ook daadwerkelijk zo? Om daarachter te komen hebben we bij een viertal paarden de fysiologische inspanning onderzocht aan de hand van hartslagmetingen.”

 

Timmermansoog

Volgens Elbert doen we als paardenmensen veel op basis van ons timmermansoog, maar zouden er soms wel wat meer onderzoeken gedaan mogen worden om meer kennis te vergaren. “Dat is ook precies wat we met ons practoraat doen. In dit praktische onderzoek hebben we bij vier paarden circa 45 metingen gedaan tijdens de rijlessen en ongeveer 35 metingen tijdens de longeerlessen. De aard van de lessen was wisselend, zowel bij het rijden als het longeren. Opvallend is dat de paarden met hun hartslag tijdens de rijlessen weinig inspanningen vertonen, in ieder geval veel minder dan bij het longeren wat de hartslag betreft. Onze vooraf geschatte belastingscoëfficiënt bleek dus niet juist. Natuurlijk is dit maar één onderzoek waarin niet alle factoren voor de belasting worden meegenomen, dus zouden aanvullende onderzoeken ons nog meer interessante informatie kunnen bieden. Al brengt elke stap je wel weer dichterbij je einddoel: een gezonder en blijer paard.”

 

Daadwerkelijke belasting

Ook bij Lentiz zijn ze met een dergelijk onderzoek naar de hartslag begonnen, niet bij hun schoolpaarden, maar bij de paarden van een manege in de buurt. Anne vertelt dat zij zelf met de vraag kwamen of het echt waar is dat een manegepaard twee uur per dag mag lopen voor een correcte belasting of dat dit nattevingerwerk is. “Ze wilden graag weten wat de daadwerkelijke belasting van de paarden was voor de indeling hiervan in de lessen. Dat is natuurlijk een heel groot onderzoek, maar we zijn toen gestart met het doen van hartslagmetingen bij dressuur- en springlessen. Net als bij Aeres kwamen hier cijfers uit die in eerste instantie niet zo belastend leken en waren de hartslagen bij de dressuurlessen hoger dan bij het springen. Maar we namen geen andere factoren mee zoals de belasting op banden en pezen.”

 

Innovatief en creatief

Bij Lentiz rees er dus een vervolgvraag nadat ze hier vier jaar geleden mee zijn gestart. Anne: “Onze studenten kwamen tot de conclusie dat de hartslag niet veel deed bij een manegepaard, maar waar kunnen we verder nog naar kijken wat de belasting betreft? Dit zijn bijvoorbeeld de ademhaling, het gewicht voor en na de les, de paslengte van het paard met en zonder ruiter en een stukje coördinatie. Vanuit het bedrijfsleven is er vraag naar medewerkers voor de toekomst die innovatief en creatief zijn. Dat is niet alleen het uitgangspunt van de opleiding, maar ook een belangrijk aspect binnen de onderzoeken. We leren de studenten dus ook om zelf te kijken, na te denken en zich af te vragen of alles wat gezegd wordt wel echt zo is. Staat kennis vast of kan je daar onderzoek naar doen? Dat is onze aanvliegroute om de sector iets extra’s te brengen.”

 

Vitaliteitstool

Belangrijk om te weten is dat dit niet om wetenschappelijke studies gaat, maar om praktijkonderzoeken waaruit je niets kan bewijzen, maar wel conclusies uit kunt trekken volgens Anne. “Uit de eerdere onderzoeken bleek dus dat een manegepaard niet een hele hoge hartslag heeft, maar het is wel de belangrijkste medewerker van de manege en dus wil je die zo vitaal mogelijk houden. In ons vervolgonderzoek zijn we gaan kijken of we een tool kunnen ontwikkelen voor manegeklanten om de vitaliteit van een paard te checken voordat ze opstappen. Zo kun je beoordelen of het paard vitaal genoeg is om samen met zijn ruiter te gaan bewegen. Dat is zowel fysiek, mentaal als sociaal. Daarvoor zijn we eerst de wetenschap in gedoken om alles uit te zoeken wat hierover te vinden valt. Op dit moment zijn we met de studenten aan het kijken wat haalbaar is om een manegeklant te laten uitvoeren en hoe dat in een tool gegoten kan worden. Dit om manegeruiters meer kennis mee te geven en zich verantwoordelijker te laten voelen voor ‘hun’ paard. Uiteindelijk is het niet alleen de manegehouder die verantwoordelijk is, maar zijn de ruiters dat net zo goed. Zo willen we met onze praktijkonderzoeken bekijken wat we toe kunnen voegen aan de sector en studenten extra kunnen leren om goed voorbereid het werkveld in te gaan.”

MELD JE AAN VOOR ONZE MAANDELIJKSE NIEUWSBRIEF

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen binnen de professionele paardensector. 2.200+ ondernemers gingen je al voor!

Het laatste nieuws:

Wil je nog meer van dit soort interessante artikelen lezen?

Abonneer je dan nu op het vakblad en ontvang 6x per jaar een editie van De Hippische Ondernemer op de deurmat.

Het vakblad bevat unieke, exclusieve content dat enkel en alleen te lezen is in het blad.