Na een lange winter en koude lente is eindelijk de zomer in het land. Die warme temperaturen zijn voor onze paarden echter geen pretje. Paarden hebben een hele andere comfortzone dan wij mensen en lopen daardoor meer kans op hittestress. Maar wanneer heb je hier kans op, wat is het en hoe kan je het voorkomen?
Een paard functioneert het beste bij een omgevingstemperatuur tussen de 5°C en 20°C, dit is ook wel de comfortzone van het paard als we het over temperaturen hebben. Heel anders dan de thermoneutrale zone waarin mensen zich het liefste bevinden, dit is namelijk tussen de 20°C en 30°C.
Wanneer heeft je paard het te warm?
De lichaamstemperatuur van een paard ligt normaal gesproken tussen de 37,4 en 38,0°C. Als deze te ver stijgt dan kan er schade optreden aan de lichaamscellen en daarom is die comfortzone ook zo belangrijk. Dit geeft aan bij welke temperatuur het paard zo min mogelijk inspanningen hoeft te leveren om zijn lichaamstemperatuur op peil te houden. Wanneer je paard het te warm krijgt, zal hij in eerste instantie gaan zweten om zijn warmte kwijt te kunnen en is het mogelijk dat er een verhoogde hartslag optreedt in rust met een oppervlakkigere en snellere ademhaling. In principe zijn dit al signalen om maatregelen te treffen om je paard te koelen om ergere symptomen van hittestress te voorkomen.
Protocol bij hittestress
Wanneer de warmte echt een probleem wordt voor het paard dan mag je spreken van hittestress. Voor mensen is er door het RIVM al in 2007 een hitteprotocol opgesteld en sinds 2017 is er ook een ‘Protocol extreme weersomstandigheden voor paarden’ gekomen om paardenhouders handvaten te geven hoe om te gaan met extreme weersomstandigheden. (Link invoegen bij protocol: https://sectorraadpaarden.nl/wp-content/uploads/2022/07/Protocol-extreme-temperaturen-voor-paarden-versie-22-juni-2022.pdf) Natuurlijk spelen er behalve de temperatuur nog meer factoren mee bij het ontstaan van hittestress zoals de wind, luchtvochtigheid, bewolking, neerslag, maar ook factoren van het paard zoals het ras, de leeftijd, beharing en arbeid.
Maatregelen tegen hittestress
Natuurlijk is voorkomen altijd beter dan genezen en is het belangrijk om maatregelen te treffen op voorhand. Zorg er in ieder geval voor dat je paard te allen tijde in de schaduw kan staan. Dit kan natuurlijke schaduw zijn door bomen, maar ook door bijvoorbeeld een schuilhut of schaduwdoek die je kan plaatsen. Het kan zelfs een optie zijn om de paarden bij extreem warm weer op het heetste moment van de dag in een koele stal te stallen en ze daarvoor en/of daarna op de wei te zetten. In de stal zelf kan gewerkt worden met ventilatoren en vernevelaars om paarden extra verkoeling te bieden wanneer ze dit wensen. Zorg er dus voor dat ze zelf kunnen kiezen of ze hier gebruik van maken of niet in een verkoelend windje willen staan. Bij warme dagen moet je er rekening mee houden dat een paard van 500 kg minstens 50 liter water per dag drinkt en nog wel meer als er ook nog training bij komt kijken. Paarden verliezen door het zweten niet alleen veel vocht, maar ook zogenaamde elektrolyten oftewel lichaamszouten. Wanneer een paard te weinig elektrolyten in zijn lichaam heeft zal hij minder dorstig worden en neemt de kans op uitdrogen toe.
Regelgeving
Paardenhouders hebben de wettelijke verplichting om dieren die niet in een gebouw worden gehouden te beschermen tegen slechte weersomstandigheden zoals hitte. De minimale norm is het bieden van schaduw en toegang tot een toereikende hoeveelheid water voor alle aanwezige dieren. Paardenhouders die geen schaduw bieden aan hun dieren kunnen in overtreding zijn, ook als de uiterlijke kenmerken van hittestress uitblijven. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) kan besluiten om op warme dagen waarbij de temperaturen oplopen tot 27°C en hoger, te controleren bij paarden die buiten in een wei of paddock lopen.
Met paarden op pad bij hoge temperaturen
Vanaf die 27°C mogen evenementen nog wel doorgaan, maar moeten ze de mogelijkheid bieden aan de deelnemers om de paarden te kunnen koelen en moet er genoeg drinkwater zijn. Het is dan aan de wedstrijdorganisatie om te bepalen of een evenement wordt afgelast of dat het doorgaat met betreffende maatregelen. Factoren die hierbij kunnen meespelen zijn weersverwachting, tijdstip, lokale omstandigheden en het type evenement. Wat het transport betreft is het af te raden om paarden te transporteren bij hoge temperaturen tenzij dit noodzakelijk is of de vrachtwagen bijvoorbeeld een verkoelende airco bevat. Vanaf een omgevingstemperatuur van 30°C is het vervoer van dieren dat meer dan 8 uur duurt (dat zal vanuit Nederland dus in de meeste gevallen vervoer over de landsgrenzen zijn) niet toegestaan. De NVWA zal hiervoor geen certificaten verlenen. Boven de 35°C is helemaal geen transport toegestaan. Voor zieke of gewonde paarden wordt een uitzondering gemaakt indien die naar een kliniek moeten, maar dan zal de temperatuur in het vervoersmiddel zorgvuldig gecontroleerd moeten worden.