fbpx

Is ledverlichting wel zo besparend? 

Is ledverlichting wel zo besparend? 

Je oude lampen vervangen door led is een veelgehoorde actie als je het hebt over duurzaamheid, maar niet een die je per saldo een enorme besparing op gaat leveren volgens Anouk Gronsveld van lichtspecialist Rofianda, want is ledverlichting wel zo besparend als iedereen denkt? Hoe het dan wel zit gaat ze ons in dit artikel haarfijn uitleggen. 

Anouk vertelt dat de technieken in de verlichtingswereld de afgelopen tien jaar flink zijn veranderd. Een van de mogelijkheden die er nu zijn als je voor nieuwe verlichting wilt gaan is LED. “Tl-verlichting verbruikt meer vermogen, dus in theorie zou je met LED kunnen besparen. Bij deze berekeningen wordt vaak uitgegaan van de huidige situatie wat bijvoorbeeld 70% besparing op kan leveren. Toch is een besparing van 40% een stuk reëler als je ook graag een verbeterslag wilt maken in de verlichting. Door minder te besparen en voor meer vermogen te gaan, krijg je beter licht. Ook kan het zijn dat er extra lampen bij moeten om een betere situatie te creëren. Overgaan op ledverlichting moet je nooit alleen doen voor de besparing. Kijk ook eens reëel naar wat de verlichting aan stroom kost ten opzichte van de stroomkosten van bijvoorbeeld een solarium of stapmolen. Met LED kan je wel veel, maar niet toveren. Het terugverdienen duurt wel langer dan de twee à drie jaar die er algemeen voor wordt gegeven. Je intentie moet dus echt zijn om een betere situatie te creëren.”  

Afname lichtopbrengst

Vaak komt het vervangen van de verlichting niet helemaal uit de lucht vallen en valt de wens om te besparen op stroomkosten samen met de behoefte om de verlichting beter op orde te krijgen. “Eigenlijk moet je tl-verlichting elke vijf jaar vervangen, dan is deze aan het einde van haar levensduur en neemt de lichtopbrengst flink af. Maar veel bedrijven doen dat niet. Heb jij twintig jaar geleden 200 lux opgehangen dan is dat nu misschien nog maar 140 lux. Ook ledverlichting loopt terug in vermogen, maar dit is misschien maar tien procent en deze heeft ook een langere levensduur. Veel leveranciers gaan bij het berekenen van nieuwe verlichting uit van de huidige situatie, maar als je daar niet blij mee bent, wordt dat daardoor nooit beter. Daarom kijken wij naar de situatie van de verlichting toen deze nieuw was of geven we een nieuw advies op basis van onze ervaring.”  

Standaarden paardensport

Hoewel er geen specifieke eisen zijn voor de hoeveelheid licht in bijvoorbeeld een rijhal, hanteren ze bij Rofianda wel wat standaarden voor de paardensport. “Zo wil je bijvoorbeeld niet dat het paard zijn schaduw ziet en moet er voldoende licht zijn, maar dit is niet voor iedere activiteit hetzelfde. Natuurlijk kun je voor het maximale gaan, maar dan kunnen de stroomkosten flink oplopen. In een manege waar op recreatief niveau wordt gereden en af en toe wordt gesprongen adviseren we bijvoorbeeld 150-200 lux. Terwijl we voor topsport of een hal waar veel springwedstrijden worden georganiseerd wel 200 lux of meer zouden plaatsen. Een voorbeeld: in de Amalia-hal op het KNHS-centrum hangt 750 lux, hier is speciaal voor gekozen om ook opnames te kunnen maken. Voor buitenverlichting is dit weer anders. Met 20-40 lux heb je al veel licht buiten. Binnen is het licht opgesloten waardoor het wordt gereflecteerd, terwijl het buiten wordt opgeslokt door de duisternis. In het donker valt licht meer op, dus in verhouding lijkt dit niet donkerder.” 

Licht reflecteren

Anouk had het hierboven al even over reflectie en de omgeving waarin het licht zich bevindt. Ook dit blijken belangrijke factoren te zijn in je lichtplan. “Witte wanden reflecteren het licht en sturen het alle kanten op terwijl zwart de weerkaatsing juist tegenhoudt. Bij een donkere bodem of donkere muren lijkt het daarom sneller alsof er minder licht is. Voor een rijbaan is het wel belangrijk dat je voor een lamp kiest die het licht uitstraalt in de breedte, anders krijg je lichtbundels, iets wat je liever niet wilt hebben. De welbekende ufo-lampen kunnen dit nog wel eens teweegbrengen doordat ze recht naar beneden stralen. Deze moeten hoog genoeg kunnen hangen om het licht goed te kunnen verspreiden.”  

Schaduwwerking

We hebben het tot nu toe alleen over de rijbaan gehad, maar ook in de stal is verlichting een belangrijk punt. “En net als in de rijhal speelt hier ook de omgeving een rol in het effect dat de verlichting heeft op je oog. Heb je open fronten, ramen, welke kleuren, bodembedekking? Al dit soort dingen bepalen deels wat er met het licht gebeurt. In stallen wordt vaak gekeken naar een plek waar het logisch is om de lampen op te hangen en kijk je wat praktischer. Als de paarden bij het licht kunnen, moet je wel lampen hebben die daartegen kunnen. Het meest ideale is om de lamp op te hangen in de scheiding tussen de stal en de gang, hierdoor krijg je minder schaduwwerking. Als dat niet mogelijk is, hang ze dan het liefste in de stal, want hier wil je dat het paard zich prettig voelt en niet bang is voor zijn eigen schaduw.” 

Tot slot adviseert Anouk om altijd een leverancier te kiezen die ervaring heeft met hippische locaties. “Als een leverancier niet weet hoe een paard reageert op schaduwen dan kan dat vervelende situaties veroorzaken. Ook zie ik nog wel eens dat er geen stofdichte lampen worden opgehangen, dan moet je niet gek opkijken als er stof in de lamp komt. Tot slot kan ledverlichting voor minder sfeer op stal zorgen, maar deze moet ook vooral functioneel zijn. In de kantine kun je wel weer losgaan met allerlei sfeerlampen.” 

MELD JE AAN VOOR ONZE MAANDELIJKSE NIEUWSBRIEF

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen binnen de professionele paardensector. 2.200+ ondernemers gingen je al voor!

Het laatste nieuws:

Wil je nog meer van dit soort interessante artikelen lezen?

Abonneer je dan nu op het vakblad en ontvang 6x per jaar een editie van De Hippische Ondernemer op de deurmat.

Het vakblad bevat unieke, exclusieve content dat enkel en alleen te lezen is in het blad.