De topsport lijkt zich -met name in de springsport- steeds verder weg te bewegen van de breedtesport. Is dat erg? En hoe moeilijk is het om tot de top door te dringen? Als we focussen op de springsport, dan rijzen er veel vragen. Joffra Schaap-Greve is insider én zakenvrouw. Hoe kijkt zij aan tegen de ontwikkelingen?
Uit alles blijkt, dat Joffra Schaap-Greve gepokt en gemazeld is in de springsport. En ze geeft, samen met haar echtgenoot, leiding aan een bedrijf met ruim 70 medewerkers. (Zie verder het kader op pagina 13). Met een zakelijke blik overziet ze het geheel van de springsport. Rustig formulerend kiest ze haar woorden en met vooroordelen hoef je bij haar niet aan te komen. Een boeiend gesprek is het resultaat.
ONTWIKKELINGEN
Hoe kijk je tegen de springsport van vandaag aan? Joffra: “De springsport is steeds commerciëler en professioneler geworden. Er is een tweedeling ontstaan. Enerzijds de breedtesportwedstrijden, georganiseerd door verenigingen. Anderzijds evenementen, georganiseerd door commerciële accommodaties zoals De Peelbergen, Green Valley Estate en Manege Heijligers te Asten. Hier worden wekelijks wedstrijden gehouden in een zakelijke setting, die onder eigen vlag varen. Je moet daar lid worden om te kunnen starten. Daar wordt flink gebruik van gemaakt, ook door buitenlanders. Het zijn twee gescheiden werelden geworden. Het is aan de sporter zelf om een keuze te maken. Wil ik sporten in de sfeer van wat we vroeger de landelijke ruitersport noemden of kies ik voor organisaties, die als bedrijf functioneren? Je kunt deze ontwikkeling betreuren, maar de markt bepaalt. Gezien de tjokvolle startlijsten is hier behoefte aan. Bij onze groothandel Woodfi eld moeten we ook snel schakelen, ontwikkelingen voor zijn, voor de markt uitlopen. Dat is in de paarden- en springsport niet anders. Maatschappelijk gezien leven we in een tijd van toenemende tegenstellingen op allerlei gebied, vaak ingegeven door zakelijke belangen. Dan hoeft het niet te verbazen, dat dit de sport ook raakt. De wedstrijdbeleving van een KNHS-wedstrijd is een andere dan die van de commerciële bedrijven. Dat heeft goede redenen. Denk bijvoorbeeld aan de vele buitenlandse stallen die in Zuid-Nederland gevestigd zijn. Die hebben geen behoefte aan een KNHS-geregistreerde wedstrijd, maar willen onder professionele omstandigheden hun paarden trainen en de sport bedrijven. Ik geef daar geen waardeoordeel over; het is een feitelijke constatering. Als ruiter maak ik mijn eigen afweging waar en in welke sfeer ik start en met welk doel ik wil sporten.”
BOND VERSUS COMMERCIE
Doorredenerend, hoe zie je dan de rol van de KNHS? Joffra: “Laat ik voorop stellen dat de KNHS een zeer uitdagende opdracht heeft. Enerzijds heeft zij alle balsporten onder één dak; anders gezegd: deskundig moet zijn in alle hippische disciplines. Het is niet te doen om iedereen tevreden te houden en dat wordt in het veld nogal eens vergeten. Anderzijds is de hippische beleving in de ene regio niet te vergelijken met de andere regio.
De komst van de fora is een goede ontwikkeling geweest; je zit dan met één discipline aan tafel. Het neemt niet weg, dat de KNHS in het verleden een monopoliepositie had. Zij dient zich nu meer mee te bewegen naar de markt en de ontwikkeling van de sport. Je kunt wel van alles vinden van de marktontwikkelingen, maar de klant bepaalt. Dit zie je niet alleen in de breedtesport maar ook in de topsport. De samenwerking tussen bijvoorbeeld de FEI en de Global Champions Tour is ook niet altijd rozengeur en maneschijn. De hele branche profiteert op alle vlakken van de spin-off van de GCT-tour. Deze tour heeft de sport naar een nieuw level gebracht. Wie had gedacht dat we wedstrijden zouden hebben op Miami Beach? Aan de voet van de Eiffeltoren? Of midden in Berlijn? Dit brengt ook met zich mee, dat niet-paardenmensen in grote getalen kennis maken met onze sport. Het is alleen daarom al van groot belang, dat alle partijen samenwerken en schouder aan schouder naar buiten treden. Bonden, commerciële organisaties en andere betrokkenen hebben hier nog stappen in te zetten.”
NAAR DE TOP
Toch is er kritiek te horen in het veld. Het gat tussen de vijfsterren en de tweesterruiters zou te groot zijn en geld zou steeds meer regeren. Joffra: “Iedere week kun je in Nederland, België en Duitsland aan een één- of tweesterwedstrijd meedoen. Veelal worden deze georganiseerd door commerciële accommodaties. Ook de landelijke ruiter kan zich hiervoor inschrijven, zonder zich in te kopen. Daarnaast stond er in 2022 een record aantal 5-sterwedstrijden op de FEI-kalender. Om door te dringen naar deze topsportwedstrijden, zijn 3- en 4-sterwedstrijden van groot belang om je als ruiter door te ontwikkelen, maar ook om aanstormend paardentalent op te kunnen leiden voor het hogere werk. In Nederland mogen we zeer dankbaar zijn, dat bijvoorbeeld de families Schuttert en Morssinkhof deze taak op zich hebben genomen. En ook het terugkeren op de kalender van Indoor Friesland en Jumping Indoor Maastricht is een enorme aanwinst. Feit is wel dat het organiseren van internationale concoursen een kostbare aangelegenheid is. En dat iedere vorm van sponsoring meer dan welkom is. Vanzelfsprekend kan een sponsor in ruil hiervoor zijn of haar ruiter laten deelnemen. Hier heeft iedereen belang bij. Dit geldt niet alleen voor de paardensport maar bij elke topsport. In het afgelopen buitenseizoen heeft Jos Lansink diverse jonge combinaties de kans gegeven om zich te bewijzen op het hoogste niveau bij FEI Nations Cups. Voorbeelden hiervan zijn Hessel Hoekstra, Patrick Lemmen en Michael Greeve. Zij hebben aangetoond dat de stap naar de absolute top te maken is. Het feit is alleen dat paarden, die bewezen resultaten aan de top geleverd hebben, ook een enorme marktwaarde krijgen. Deze toppaarden hebben hierdoor inmiddels een nieuwe eigenaar gekregen. Terugkomend op je opmerking dat “het geld steeds meer gaat regeren”, kun je misschien vaststellen, dat dit geld vooral noodzakelijk is om je toppaard te kunnen behouden. Nederland is en blijft een handelsland. En daar is op zich niets mis mee.”
