fbpx

Past jouw rechtsvorm nog bij de situatie?

Toen je begon met je bedrijf of misschien wel jullie bedrijf is er voor een bepaalde rechtsvorm gekozen. Maar is dit nog wel actueel en past dit nog wel bij het bedrijf van vandaag de dag of de toekomstplannen die eraan komen? Op gebied van de fiscale wetgeving is er ook het een en ander veranderd waardoor het verstandig is om hier wat meer informatie over te vergaren.

 

 

Eenmanszaak

Als één natuurlijk persoon een onderneming exploiteert, is in fiscale zin sprake van een eenmanszaak. Dit geldt ook voor een zogenoemde zzp’er (zelfstandige zonder personeel). Het nettoresultaat (grofweg bestaande uit de omzet minus kosten en minus afschrijvingen) van de onderneming is belast met inkomstenbelasting (en premies volksverzekeringen). De tarieven voor de inkomstenbelasting (incl. premies volksverzekeringen) over 2021 bedragen:
– tot en met € 68.507: 37,1%
– meerdere: 49,5%

 

De inkomstenbelasting is niet over het gehele nettoresultaat verschuldigd, aangezien rekening gehouden mag worden met diverse aftrekfaciliteiten voor ondernemers, zoals investeringsaftrek, doteren aan de zogenoemde fiscale oudedagsreserve (FOR), zelfstandigenaftrek (voor starters aangevuld met startersaftrek), meewerkaftrek (als de partner meewerkt in de onderneming) en de mkb-winstvrijstelling (14%). Voor elk van deze aftrekposten gelden voorwaarden en bepaalde maxima. Een belangrijke voorwaarde is het zogenoemde urencriterium dat inhoudt dat de ondernemer in het betreffende kalenderjaar minimaal 1225 uren aan zijn onderneming moet besteden. Als hij ook in loondienst is, moet hij bovendien meer uren besteden aan de onderneming dan aan de dienstbetrekking.

 

Voor zover de zelfstandigenaftrek, meewerkaftrek en/of mkb-winstvrijstelling in principe in aftrek gebracht kunnen worden tegen het hoogste tarief (49,5%) wordt het aftrekpercentage voor die aftrekposten verlaagd naar 43%.

 

Investeringsaftrek bestaat uit kleinschaligheidsinvesteringsaftrek, energie-investeringsaftrek en milieu-investeringsaftrek. Deze aftrekposten gelden voor investeringen in bepaalde bedrijfsmiddelen.

 

De invloed van de aftrekfaciliteiten blijkt uit dit voorbeeld.

 

Stel, een ondernemer behaalt over 2021 een nettoresultaat van € 60.000 en heeft geen investeringen verricht. Dan is hij inkomstenbelasting verschuldigd over het volgende bedrag:

nettoresultaat: € 60.000
-/- dotatie FOR (9,44% met een maximum van € 9.395): € 5.664
-/- zelfstandigenaftrek: € 6.670
= € 47.666
-/- mkb-winstvrijstelling (14%): € 6.673
= € 40.992

 

Zoals je ziet, wordt het nettoresultaat in totaal met ruim € 19.000 aan aftrekposten verminderd, waardoor ‘slechts’ over ongeveer € 41.000 inkomstenbelasting is verschuldigd. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er discussie is over de rechtvaardigheid van het verschil in belastingheffing bij iemand in loondienst (bij een salaris van € 60.000 is over dit gehele bedrag inkomstenbelasting verschuldigd) en een ondernemer (bij € 60.000 resultaat is slechts over ongeveer € 41.000 inkomstenbelasting verschuldigd).

 

 

Maatschap of vennootschap onder firma (vof)

Als personen binnen een maatschap of vof natuurlijke personen zijn, dan is het nettoresultaat op dezelfde wijze belast als bij de eenmanszaak. In dat geval zullen ook afspraken gemaakt zijn over de verdeling van het nettoresultaat.

Stel, twee vennoten (bijvoorbeeld man en vrouw) behalen over 2021 een nettoresultaat van € 60.000 dat ze gelijk verdelen. Er zijn geen investeringen verricht. Dan is door ieder van de vennoten inkomstenbelasting verschuldigd over het volgende bedrag:
nettoresultaat: € 30.000
-/- dotatie FOR (9,44% met een maximum van € 9.395): € 2.832
-/- zelfstandigenaftrek: € 6.670
= € 20.498
-/- mkb-winstvrijstelling (14%): € 2.869
= € 17.628

 

Werd bij de eenmanszaak nog ongeveer € 41.000 in de belastingheffing betrokken, bij een dergelijke samenwerking wordt in totaal slechts ongeveer € 35.000 (tweemaal € 17.600) in de belastingheffing betrokken. Zeker bij hoge resultaten, waarbij de top van het inkomen in de 49,5 procent-schijf terechtkomt, is een maatschap of vof fiscaal aantrekkelijk. Let op: het aangaan van een maatschap of vof tussen gehuwden of partners dient wel zakelijk te zijn. Met andere woorden: beide partners dienen ieder voor zich daadwerkelijk werkzaam te zijn voor de onderneming. En dat moet méér inhouden dan alleen de uitvoering van ondersteunende activiteiten (telefoon, administratie).

 

 

Besloten vennootschap (bv)

De bv is een ondernemingsvorm met eigen rechtspersoonlijkheid. Bij een bv is de eigenaar de zogenoemde aandeelhouder en doorgaans ook de bestuurder of directeur. De nettoresultaten van een bv zijn tot en met € 245.000 belast met 15% vennootschapsbelasting; daarboven met 25%. In eerste opzicht lijkt dit een groot verschil met de heffing van inkomstenbelasting, maar dat is niet helemaal juist. Zodra de bv het resultaat dat overblijft na de heffing van vennootschapsbelasting aan de aandeelhouder uitkeert (zogenoemd dividend), is dit belast met 26,9% inkomstenbelasting (zogenoemde aanmerkelijk belangheffing van box II). Per saldo is het resultaat van een bv in totaal belast met ongeveer 38% belasting. Dit totaal is nagenoeg gelijk aan het tarief van de eerste schijf voor de inkomstenbelasting.  Belangrijk aandachtspunt hierbij is dat de aanmerkelijkbelangheffing pas aan de orde komt, zodra er dividend aan de aandeelhouder wordt uitgekeerd. Zolang er geen behoefte is aan dividend, blijft de belastingheffing bij een bv ‘hangen’ op 15% respectievelijk 25% vennootschapsbelasting.

 

Bij een bv is de bestuurder in loondienst bij de bv. In de regel is hiervoor een salaris van minimaal € 47.000 per jaar verplicht. Over het salaris zijn inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen verschuldigd die evenals bij een ‘gewone’ dienstbetrekking onder loonheffing vallen. Voor de bv zijn de salariskosten aftrekbaar. Gevolg van het salaris is dan ook een aftrek tegen 15% en belast tegen minimaal 37,1%. Het verplichte salaris is in fiscale zin dan ook een nadeel.

 

Wanneer de onderneming omzetten in een bv?
Regelmatig krijgt ABAB de vraag van klanten wanneer het, fiscaal gezien, aantrekkelijk wordt om over te gaan naar een bv-structuur. Hoewel die beoordeling maatwerk is, hanteren ze als vuistregel een (structureel) netto-resultaat van € 135.000 per ondernemer. Dus bij een vof met twee vennoten: € 270.000. Tussen de € 100.000 en € 135.000 maakt het weinig verschil en onder de € 100.000 is een bv zelfs fiscaal nadelig.

 

Zodra een eenmanszaak, maatschap of vof wordt omgezet in een bv is in fiscale zin sprake van staking van de onderneming en dient in principe afgerekend te worden over de opgebouwde FOR en de stille reserves. Stille reserves zijn het verschil tussen de boekwaarde en de werkelijke waarde van bedrijfsmiddelen. Het is ook mogelijk om geruisloos, zonder afrekening, over te gaan naar een bv.

 

 

Vof met bv (Partner-bv-structuur)

Zoals hiervoor beschreven is het omzetten van een gehele onderneming in een bv pas aantrekkelijk bij hoge resultaten. Dit komt met name door de aftrekfaciliteiten voor de ondernemers met een eenmanszaak, maatschap of vof. Bij resultaten tot ongeveer € 135.000 per ondernemer of vennoot bestaat er nog een mogelijkheid die voordeel op kan leveren te weten de zogenoemde ‘partner-bv-structuur’. Lees hier meer over deze structuur in het artikel over rechtsvormen op de website van ABAB.

 

Wil je tweemaandelijks op de hoogte gehouden worden over alles wat er in de hippische sector speelt? Sluit dan voor maar €44,50 per jaar (6 nummers) een abonnement af op de Hippische Ondernemer.

MELD JE AAN VOOR ONZE MAANDELIJKSE NIEUWSBRIEF

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen binnen de professionele paardensector. 2.200+ ondernemers gingen je al voor!

Het laatste nieuws:

Wil je nog meer van dit soort interessante artikelen lezen?

Abonneer je dan nu op het vakblad en ontvang 6x per jaar een editie van De Hippische Ondernemer op de deurmat.

Het vakblad bevat unieke, exclusieve content dat enkel en alleen te lezen is in het blad.