fbpx

Staat de drafsport op een kantelpunt?

De drafsport kent een lange geschiedenis en heeft een glorieus verleden. In de tweede helft van de vorige eeuw was de belangstelling groot en bevolkten vele duizenden bezoekers de Wassenaarse draf- en renbaan Duindigt. Helaas kwam de sport in een neerwaartse spiraal terecht. Men vocht zich daar langzaam uit. Recente ontwikkelingen rechtvaardigen anno 2021 de vraag: staat de drafsport op een kantelpunt?

 

Tijden van weleer. Eens was de draf- en rensport de sponsor van de hippische sport. Een deel van de opbrengsten van het wedden op de uitslagen van draverijen en rennen vloeide naar de andere takken van de paardensport. Een van de resultaten van die verwevenheid was de Dag van het Paard op Duindigt, die duizenden bezoekers trok en een geslaagde mix was van draverijen en rennen, afgewisseld door hippische spektakelstukken. Populair was ook de Grote Prijs van de Manege-instructeurs, die heel wat klanten van FNRS-maneges naar Duindigt trok. De sportieve verrichtingen van de dravers spraken een groot publiek aan. Willem Geersen werd met Hairos II wereldkampioen. De Grote Prijs der Lange Landen (Duindigt) en de Prijs der Giganten (Hilversum) trokken de echte internationale topdravers. Legendarisch waren de ‘knokpartijen’ tussen Quicksilver S en Jour de Java. ‘Quickie’ behaalde maar liefst 142 overwinningen, een nog altijd staand wereldrecord. De drafsport haalde de kolommen van de grote landelijke kranten en de introductie van het Super Trio was een publicitair succes en werd een begrip in onze taal. Bijna elke zondagavond zag men in Studio Sport een draverij of ren voorbijkomen. Op een meeting met een topkoers werd soms een miljoen aan guldens gespeeld, maar een gewone middagmeeting op Duindigt was geregeld goed voor een omzet van 300.000 guldens.

 

 

Duikvlucht

Het vrijgeven van de wedmarkt op 10 december 1964 (Wet op de kansspelen) luidde de duikvlucht van de draf- en rensport in. Ineens werd het mogelijk op andere en veel gemakkelijker manieren te wedden. Wedden op paarden vereiste een zekere kennis van zaken en die hadden veel mensen niet. Het bezoek begon terug te lopen, de inkomsten uit het wedden liepen terug waardoor het prijzengeld daalde. En minder prijzengeld leidt tot minder paarden. En de mindere vraag naar paarden had een daling in de fokkerij tot gevolg. Steeds meer fokkers lieten hun fokproducten in het buitenland registreren. De neergang van de sport laat zich wellicht het best illustreren door het verdwijnen van de drafbanen Mereveld (bij Utrecht), Schaesberg en Hilversum. Aan het einde van dit jaar sneuvelt de baan in Groningen. Het indertijd toonaangevende Duindigt raakte in verval en werd een speelbal van de politiek en projectontwikkelaars. De draf- en rensport verdween naar de marge terwijl de hippische sport groeide en bloeide en door de fusie in 2002, waaruit de KNHS ontstond, stevige impulsen kreeg.

 

 

Actuele situatie

Is het in de drafsport dan allemaal kommer en kwel? Het tegendeel is het geval. Een leger(tje) liefhebbers doet er alles aan om de sport in stand te houden en te verbeteren. Zo is er in Wolvega een prachtige drafbaan verrezen, die de toonaangeven- de rol van Duindigt heeft overgenomen. Baanmanager Casper Veldink zou zelfs wekelijks willen koersen, maar daarvoor zijn er te weinig paarden beschikbaar. Enthousiaste liefhebbers hebben de drafbaan in Alkmaar in de benen gehouden. Deze baan heeft het B-segment van de dravers als doelgroep en weet met interessante draverijen zoals Alkmaars 4,5 kilometer het nodige publiek te trekken. Met de komst van draverijen voor Franse dravers is de kurk gevonden waarop de Nederlandse drafsport momenteel drijft. De drafsport is in Frankrijk populair en heeft een groot arsenaal aan paarden. Vele Fransen wagen graag elke dag een gokje bij de PMU. Op de baan in Wolvega zijn tijdens een meeting veelal vijf draverijen voor Franse paarden gereserveerd. Nederlandse eigenaren hebben daarin geïnvesteerd. Dat was interessant omdat de Fransen geld afdragen. Waar momenteel op Duindigt de eerste prijs van een draverij pakweg 550 euro is, wordt op Wolvega gestreden om een eerste prijs van 2.250 euro. Het kan zo maar gebeuren, dat er in Frankrijk op vijf draverijen in Wolvega een miljoen euro wordt gespeeld, terwijl in Nederland de wedders op de baan of via internet voor een omzet van om- streeks 30.000 euro zorgen.

 

Meer weten over de invloed van de Fransen op onze draf- en rensport en het kantelpunt?  Lees de rest van het artikel vanaf 3 september in het nieuwste nummer van De Hippische ondernemer (2021/4).

MELD JE AAN VOOR ONZE MAANDELIJKSE NIEUWSBRIEF

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen binnen de professionele paardensector. 2.200+ ondernemers gingen je al voor!

Het laatste nieuws:

Wil je nog meer van dit soort interessante artikelen lezen?

Abonneer je dan nu op het vakblad en ontvang 6x per jaar een editie van De Hippische Ondernemer op de deurmat.

Het vakblad bevat unieke, exclusieve content dat enkel en alleen te lezen is in het blad.