Veel hippische ondernemers nemen het bedrijf over van familie. Maar wat als je geen familie bent, maar wel met hart en ziel verbonden raakt aan het bedrijf? Lisan Katoen begon als pensionklant bij Pensionstal Klein Heiligenberg en heeft vorig jaar de eerste stappen genomen om dit bedrijf over te nemen. In deze korte serie over bedrijfsovernames praten we over het persoonlijke verhaal hierachter, dromen, constructies en processen.
Lisan was al jarenlang verbonden als pensionklant bij Pensionstal Klein Heiligenberg. “Eerst met één paard, later met twee. Ik hielp al snel steeds vaker mee, op vrijdagen, in de weekenden, tijdens vakanties van de eigenaren. Als er iets was, wisten ze mij te vinden. Dat deed ik gewoon naast mijn werk bij de Rabobank. Gekscherend werd er wel eens gevraagd of ik het bedrijf niet over wilde nemen. Maar dat was nooit serieus. Althans, ik had nooit gedacht dat dit realistisch zou zijn. Natuurlijk heb je dromen, maar ik had goed gestudeerd en een goede baan dus wordt er verwacht dat dit gewoon hobby is.”
Van droom naar werkelijkheid
Begin 2024 veranderde het gesprek. “Ik vroeg wat hun plannen waren. Ze zeiden eerlijk: ‘We kunnen niet door, we hebben geen overnamekandidaat.’ Hun dochter werkte wel mee in het bedrijf, maar wilde het niet overnemen. Ze houdt van het werk, maar niet van ondernemen. Als het verkocht zou worden, moesten zij ook vertrekken. Dat ging hen heel erg aan het hart. Toen zei ik: ‘Wat als ík het in de toekomst zou willen overnemen?’ Het was altijd mijn droom om een paardenbedrijf te hebben, maar ik durfde het nooit eerder hardop uit te spreken.”
Kennis uit haar andere baan
Naast haar werk op stal werkt Lisan nog steeds bij de Rabobank. “Ik werk er 32 uur per week en ben in een vorige functie betrokken geweest bij overnames, vooral in de agrarische sector. Ik heb meerdere collega’s die het werk bij de bank combineren met een boerenbedrijf. Ik wist wat er allemaal bij komt kijken en ben dus gaan praten met de accountant erbij. De opties waren positief en het was allemaal best mogelijk. Het enige verschil was: ik ben geen familie. Dat maakt het juridisch en moreel net iets anders. Maar het uitgangspunt was hetzelfde: een duurzame en eerlijke overname.”
Constructie in de praktijk: toetreden tot de VOF
Als je dan een bedrijf gaat overnemen moet je volgens Lisan naar verschillende structuren kijken om dat te doen. “We hebben daarom naar de korte termijn, maar ook naar de lange termijn gekeken. Edy en Liesbeth willen de komende jaren nog graag in het bedrijf blijven, dus zijn we begonnen om mij onderdeel van de al bestaande VOF te maken. Dat was de meest voordelige optie belastingtechnisch, omdat er dan geruisloos doorgeschoven kan worden onder bepaalde voorwaarden. In de VOF kan ik de komende jaren vermogen opbouwen en meedelen in de winst en dat maakt het voor de lange termijn de beste optie.”
Toetreden tot VOF
Maar hoe treed je dan toe tot zo’n VOF? “Dat is een goede vraag”, reageert Lisan. “In principe kan je inbrengen wat je wilt. Dat ligt eraan wat je onderling afspreekt. Ik heb kapitaal ingebracht, maar ook arbeid. Naast het dagelijkse stalwerk en trainen van onze paarden doe ik de boekhouding en administratie. Aan het eind van het jaar kijken we hoeveel uur iedereen heeft gewerkt en wat er verdiend is.
De huidige eigenaren ontvangen een vergoeding voor het opgebouwde vermogen. “Er is een heldere verdeling gemaakt tussen ieders aandeel, kapitaal en inzet in het bedrijf en op basis daarvan verdelen we de winst. Daardoor bouw ik stapsgewijs mijn aandeel in het bedrijf verder uit, terwijl ik mijn privé-inkomen uit mijn andere baan behoud.”
Op termijn neemt ze het bedrijf helemaal over. “Uiteindelijk is het idee dat ik het restant overneem met een lening van een bank of investeerder. In combinatie met mijn ingebrachte kapitaal en het vermogen dat ik opbouw komende jaren, behoud ik ook na de overname een sterke en zelfstandige positie.”
Samen ondernemen
Het bijzondere aan deze overname is dat het geen familieoverdracht is, maar wel een vorm van samenwerking. “We hebben bij aanvang van de samenwerking afgesproken dat we het vijf tot zeven jaar samendoen. Zij worden dit jaar zestig. Dus we kijken elk jaar: wat kan en wil iedereen nog?”
Dat geldt ook voor de dochter van de eigenaren, Maud. Zij wil het bedrijf niet overnemen, maar blijft er wel werken. En daar zijn ze allemaal heel blij mee. Als het verkocht werd, was ze haar baan kwijt. Nu blijft ze nauw betrokken bij het bedrijf van haar ouders. “Ze is echt mijn rechterhand. We hebben een goede klik en zijn qua werkzaamheden complementair aan elkaar. Daarnaast hebben we enorm veel lol én hart voor de paarden. Dat alles is een belangrijke voorwaarde geweest voor de toetreding en uiteindelijke overname. Ik kan zo’n bedrijf zeker niet alleen runnen en naast Maud zijn ook het andere personeel en alle vrijwilligers een enorme steun. Zonder een goed en betrouwbaar team lukt dit niet.”
Loslaten
“We eten elke dag samen. Dat is gezellig en praktisch. Tegelijkertijd bouwen we nu aan meer scheiding tussen werk en privé, zodat zij het stapje bij beetje steeds meer kunnen loslaten. Zo verbouwen we nu een ruimte tot bedrijfskantine voor de koffiepauzes met personeel en bijvoorbeeld leveranciers, want iedereen zat altijd in hun keuken.”
De frisse blik van een nieuwe generatie
Sinds haar toetreding heeft Lisan meerdere veranderingen doorgevoerd. “Kosten stijgen, dus we moesten keuzes maken. Ik kijk vooral zakelijk: waar kan het efficiënter, wat is toekomstbestendig? Daarnaast vind ik het belangrijk om te kijken hoe we de automatisering en digitalisering voor ons kunnen laten werken, zowel voor als achter de schermen. Ook het inspelen op ontwikkelingen, trends en innovaties is van belang om een toekomstbestendig bedrijf te zijn én blijven. Maar het belangrijkste is: welke impact heeft dit alles op de paarden. Elke keuze die we maken of veranderingen die we doorvoeren, moet op dat vlak goed voelen.”
Voor het beoordelen van de toekomstbestendigheid haalde ze ook externe expertise in. “We hebben samen met de FNRS naar onze kostprijs gekeken. Klopt het nog wel? Klopt je gevoel met de cijfers? Je kunt wel denken dat het loopt, maar als je eigen arbeid niet meetelt, werk je jezelf misschien wel kapot. Daarop inspelen en veranderingen doorvoeren is soms lastig, maar ze weten met wie ze in zee zijn gegaan. We zitten qua visie en werk enorm op een lijn, anders waren we nooit op dit punt gekomen. Het scheelt ook dat we het nu met z’n drieën doen waardoor we elkaar altijd scherp houden en elkaar kunnen versterken.”
Dromen met beide benen op de grond
Voorlopig combineert Lisan haar werk op de stal met haar baan bij de Rabobank. “Dat lukt nu, mede door thuiswerken en flexibele uren. Deze combinatie vind ik nu nog erg leuk.”
Haar aanpak is nuchter. “Ik werk keihard, maar wel slim. En ik weet heel goed wat ik wil, zowel zakelijk als privé. Ik heb nooit de droom gehad van een gezin of ‘normaal’ leven, maar altijd van een leven in de paarden. En dat is nu werkelijkheid geworden.”
Tot slot: haar advies aan andere ondernemers
Lisan: “Vertrouwen is de basis, maar goede afspraken zijn cruciaal. Laat je goed adviseren door een accountant of andere (agrarisch) adviseur over de financiële positie van het bedrijf en je eigen mogelijkheden hierin. Kijk ook eerlijk naar je eigen sterktes en zwaktes en zoek de juiste mensen om je heen. Ook inzet en instelling zijn van groot belang. Het is echt keihard werken, in goede en slechte tijden. Dat is niet altijd zichtbaar aan de buitenkant. Maar vooral: als het je droom is, durf dan het gesprek aan te gaan. Soms ligt je toekomst dichterbij dan je denkt.”