Zodra het voorjaar en daarmee het lekkere weer zich aandient, willen veel paardenhouders hun paarden weer de wei op hebben. Het is immers heerlijk om paarden buiten te zien genieten. Maar een verantwoorde overgang van stal naar wei is essentieel voor de gezondheid van het paard. In dit artikel delen we praktische tips om die overgang als ondernemer zo goed mogelijk aan te pakken.
- Kies het juiste moment: liever na juni
Hoewel veel paarden in april of mei al de wei op gaan, is het beter om te wachten tot na juni met volledige weidegang. Dan is de grootste groeispurt uit het gras, wat betekent dat het suikergehalte veel lager ligt. Paarden zijn gevoelig voor suikers in gras, met name fructaan, dat zich ophoopt bij koude nachten en stress in de plant. Door pas na juni te weiden en het gras eerst te maaien, verlaag je het risico op problemen als hoefbevangenheid en verstoring van de darmflora.
- Bouw weidegang geleidelijk op
Laat paarden niet ineens onbeperkt gras eten. Begin met een uur per dag en breid dit langzaam uit. Strookbegrazing is hiervoor een effectieve methode: zo geef je gecontroleerd toegang tot een kleiner deel van de wei. Voor gevoelige paarden kun je graasmaskers gebruiken om de opname te beperken. Geef voor het weiden een portie hooi om de eerste eetlust wat te temperen en voldoende vezels aan te bieden. Al zullen ze evengoed nog blijven aanvallen op het verse gras.
- Niet elk paard is er klaar voor
Sommige paarden kun je beter (nog) niet op de wei zetten. Denk aan paarden met overgewicht, insulineresistentie of een geschiedenis van hoefbevangenheid. Voor deze dieren is het risico op gezondheidsproblemen bij een verse jonge weide simpelweg te groot. Supplementen zoals Gluco Balance kunnen bij overgangsfases ondersteuning bieden, maar zijn geen vervanging voor goed management en dat is, hoe vervelend ook, pas na juni beweiden.
- Vezels blijven essentieel
Ook tijdens de weidegang blijft een goede vezelinname belangrijk. Ruwvoer zoals hooi ondersteunt de darmflora en voorkomt problemen zoals dunne mest. Zelfs als het gras volop groeit, is het zinvol om hooi bij te voeren. Zeker als het gras jong en suikerrijk is, en weinig structuur bevat.
- Zorg voor voldoende beweging
Een paard dat op gras staat maar weinig beweegt, verbrandt de opgenomen suikers niet. Zorg dus voor voldoende beweging: bijvoorbeeld door training, stapmolens of het actief stimuleren van beweging in de paddock. Actieve paarden verwerken de voerinname beter en hebben minder kans op problemen met de stofwisseling.
- Praktische tips voor ondernemers
- Houd een weideplanning per paard bij, afgestemd op gevoeligheid en opbouw.
- Observeer mest, gedrag en hoefgezondheid tijdens de overgangsperiode.
- Informeer pensionklanten over je aanpak en het waarom daarvan.
- Werk met weidegroepen op basis van voedingsbehoefte of gevoeligheid.
Conclusie: weidegang vraagt om management
Het weideseizoen is een mooi moment in het jaar, maar vraagt wel om zorgvuldige planning. Door het juiste moment te kiezen, de overgang geleidelijk te maken en oog te houden voor voeding en beweging, geef je paarden een gezonde start van hun weideperiode. Zo blijft het echt plezierig voor paard én ondernemer.
Met dank aan: drs. Annette van Weezel van Equilin