In nog geen tien jaar tijd groeide LHK uit tot een toonaangevend bedrijf in de aanleg van rijbodems en complete buitenaccommodaties, met projecten tot ver buiten de landsgrenzen. Wat begon als een samenwerking tussen jeugdvrienden Bart Laumen en Michel Hendrix, is inmiddels een internationaal opererend team dat bekendstaat om zijn kwaliteit, nuchterheid en vooruitstrevendheid. We spraken met Bart over het ontstaan, de groei en de toekomst van LHK.
Hoe is LHK ontstaan?
“De naam LHK komt van onze achternamen: Laumen en Hendrix. Michel en ik kennen elkaar al van de kleuterschool. Hij zat al van jongs af aan in de paardensport en ik kom juist uit het loonwerk. We deelden de passie voor machines en aanpakken. Op een avond, onder het genot van een biertje, zeiden we tegen elkaar: ‘Zullen we niet gewoon voor onszelf beginnen?’ In 2018 maakten we de stap. Ik begon als zzp’er om het ondernemerschap te leren, maar binnen een jaar werkten we aan de eerste rijbodem. In 2019 stapte Niels Willems ook in het bedrijf en runnen we het met z’n drieën. Inmiddels zijn we met zeven man en werken we dagelijks op locaties in binnen- en buitenland.”
Wie zijn jullie klanten?
“Dat varieert enorm. We maken bodems voor internationale topruiters zoals Henrik von Eckermann, maar net zo goed voor particulieren met een paar paarden aan huis. Natuurlijk ligt de focus wel op het hogere segment, omdat daar vaak complete projecten worden gerealiseerd. We leveren niet alleen de bodem, maar ook de paddocks, gras, drainage en het grondwerk eromheen. Veel klanten willen één aanspreekpunt en dat kunnen wij bieden. Zo ontstaan totaalprojecten, vaak in samenwerking met bouwpartners zoals PMC Projects.”
Wat zijn de grootste uitdagingen in jullie werk?
“Het weer. Simpel zat. Wij willen altijd honderd procent kwaliteit leveren, maar als het wekenlang regent, kun je geen goed grondwerk maken. Dan stel je projecten uit, en dat begrijpen klanten in het begin wel, maar na een maand wordt dat lastig. Tegelijkertijd wil je je mensen aan het werk houden. In zulke periodes proberen we creatief te blijven en plannen we onderhoud of renovaties in. Dat is ondernemen: constant schakelen tussen de omstandigheden.”
Hoe zien jullie de ontwikkelingen in de sector?
“De vraag naar grotere, maar ook vriendelijkere bodems groeit. De sport is enorm veranderd; paarden springen vaker en langer, dus de ondergrond krijgt meer te verduren. Wij proberen bodems te maken zonder vezel, omdat dat milieuvriendelijker is en problemen met microplastics voorkomt. Dat vraagt om heel goed zand en kennis van opbouw. In de toekomst verwacht ik dat er meer regels komen rond het gebruik van vezels. We lopen daar als bedrijf graag op vooruit. Daarnaast blijven we experimenteren met waterbesparing, grasbodems, nieuwe technieken. Je moet blijven vernieuwen, anders blijf je stilstaan.”
Wat zijn jullie toekomstplannen?
“Vooral verder blijven ontwikkelen. We werken nu aan innovatieve projecten waarbij we samenwerken met specialisten in waterbeheer. Door klimaatverandering krijgen we vaker te maken met extreme buien of juist lange droogte. Dat vraagt om slimme oplossingen. We testen nieuwe systemen en materialen, ook buiten de paardensector. Dat vind ik het mooie aan ondernemen: telkens kijken of iets beter kan.”
Heb je nog een tip voor andere ondernemers?
“Geloof in jezelf en in wat je doet. Durf te denken dat je iets beter of anders kunt doen dan anderen. Niet uit arrogantie, maar uit vakmanschap. Ik wilde altijd alles goed kunnen en bleef net zolang sleutelen tot het perfect was. Die drang om te verbeteren heeft ons gebracht waar we nu staan. Begin gewoon, werk hard en blijf leren. De rest komt vanzelf.”
								
								
															
								
								
								
								


