De laatste tijd is gebleken dat er nogal wat problemen optreden bij export van paarden met betrekking tot de I&R controle. De werkinstructie van de NVWA is duidelijk, maar veel mensen in het veld zijn niet goed geïnformeerd over de nieuwe werkwijze of ‘denken ten onrechte dat het zo’n vaart niet loopt’.
Hierdoor ontstaan er grote problemen, omdat de exportcertificering op dat mo[1]ment niet kan doorgaan. Wanneer de I&R van een paard niet in orde is kan dat namelijk niet ter plaatse of snel opgelost worden.
REGELS
De regels gelden niet alleen voor professionele paardenbedrijven, maar ook voor de hobbyist met maar één paard of pony. De belangrijkste regels uit de werkinstructie daarom nog maar eens op een rij gezet (waar paard staat geldt hetzelfde voor een pony)
‘Wanneer de I&R van een paard niet in orde is, kan dat grote problemen bij export certificering opleveren’
DE OD (OFFICIËLE DIERENARTS) CONTROLEERT HET VOLGENDE:
– dat het dier afkomstig is van een geregistreerde of erkende inrichting (NB: het vertrekadres moet daarom een UBN hebben).
– op verzoek verstrekt de aanvrager het (de) UBN(‘s) van de inrichting(en) waar de paardachtigen gedurende de 30 dagen voor de voorgenomen verplaatsing hebben verbleven voor een controle in de I&R database.
– bij in Nederland geïmporteerde dieren, die nog niet in de I&R database staan, moet het Traces certificaat of het gemeenschappelijk gezondheidsdocument van binnenkomst (GGB) overlegd worden.
– dat het chipnummer van het paard overeenkomt met het nummer in het identificatiedocument.
– dat, indien er geen chipnummer aanwezig is, of dit gezien datum paspoortuitgifte en leeftijd dier wel toegestaan is (paardachtigen in de Europese Unie die na 1 juli 2009 geboren zijn moeten een chip hebben. Heeft de paardachtige vóór 1 juli 2009 een paspoort gekregen, maar geen chip? Dan moet het een paspoort hebben met een ingevulde beschrijvende en ingetekende schets in het paspoort. Een chip is dan niet verplicht. Dit komt vaak voor bij buitenlandse paarden. Missen de chip en beide schetsen? Dan moet het paard alsnog een chip krijgen en mag het niet naar de slacht voor menselijke consumptie)
– dat het identificatiedocument hoort bij het betreffende paard en dat dus de beschreven aftekeningen, haarkleur, geslacht, schets en/of foto’s in overeenstemming zijn (NB: vanuit Nederland kan een veulen tot 9 maand zonder identificatiedocument aan de voet van de moeder mee) • de verstrekte houdersverklaring op volledigheid, ondertekening door de houder en of deze verklaring correspondeert met het (de) betreffende dier(en).
– dat de juiste, en met het identificatiedocument corresponderende, medicijnverklaring aanwezig is
– of de dieren geënt zijn tegen paardenpest. Binnen de EU is enting verboden, maar bij paarden uit derde landen of die buiten de EU hebben verbleven, kan dit wel voorkomen.